Vorig jaar zijn in Nederland bijna 340.000 officiële identiteitspapieren als vermist of gestolen opgegeven. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de RDW. Het gaat om paspoorten, identiteitskaarten en rijbewijzen.

In de afgelopen drie jaar zijn in totaal meer dan een miljoen Nederlandse identiteitsbewijzen opgegeven als vermist of gestolen. Verantwoordelijk staatssecretaris Raymond Knops zegt te schrikken van deze cijfers. Het gaat gemiddeld om 900 vermissingen per dag. Knops waarschuwt voor de gevolgen als de identiteitsbewijzen in verkeerde handen terecht komen. “De dief kan ze gebruiken om identiteitsfraude te plegen.” Dat gebeurt ook. In 2018 registreerde het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude een verdubbeling ten opzichte van 2016 van het aantal meldingen van identiteitsfraude. Daarbij wordt overigens ook gebruik gemaakt van kopieën van originele documenten. Die worden bijvoorbeeld gemaakt door onbetrouwbare autoverhuurders of receptionisten in hotels.

Voorzichtig
De staatssecretaris roept mensen nadrukkelijk op om voorzichtig te zijn met hun identiteitsbewijzen. Hij adviseert om het direct te melden als ze vermist zijn en raadt met klem af om identiteitsbewijzen uit te lenen. “Je bent zelf ook strafbaar als je dat doet!” Mensen worden volgens Knops vooral online het slachtoffer van misbruik van identiteitsbewijzen. Daar komt volgens hem bij dat door de fraude het vertrouwen van de samenleving in de identiteitsbewijzen afneemt. Nu is dat vertrouwen nog groot, waardoor het ook relatief makkelijk is om fraude te plegen met een gestolen of gekopieerd identiteitsbewijs. Daarbij kan gedacht worden aan het huren van woningen om er wiet te telen, het huren van auto’s die niet worden teruggebracht en het afsluiten van bankrekeningen of telefoonabonnementen.