Het Openbaar Ministerie ziet de verdachten in de strafzaak 26Lemont over de cryptoberichtendienst EncroChat als deelnemers aan een criminele organisatie. Daarmee zijn ze volgens het OM behulpzaam geweest aan alle strafbare feiten die de criminele klantenkring van EncroChat heeft gepleegd.

Het gaat daarbij om ernstige geweldsmisdrijven, zoals moord en poging tot moord en ook internationale drugs- en wapenhandel. De EncroChat telefoons waren geschikt om veilig en afgeschermd voor de overheid te communiceren. EncroChat leverde cryptocommunicatiediensten aan, voornamelijk, de onderwereld.

Criminele klantenkring
Dat is woensdag door het OM bij de rechtbank Rotterdam naar voren gebracht tijdens de eerste openbare terechtzitting in de strafzaak 26Lemont. Het Landelijk Parket schetste tijdens deze zitting de rechtbank de voortgang van het omvangrijke onderzoek.
Het Nederlandse onderzoek met de codenaam 26Lemont is gestart in januari 2020. Aanleiding was het vermoeden van strafbare feiten die zouden samenhangen met het aanbieden van cryptofoons door EncroChat aan – in de ogen van het OM – een criminele klantenkring.

Nederland grootverbruiker
EncroChat was een van de grootste aanbieders van cryptodiensten en crimineel Nederland was grootverbruiker. Op de terechtzitting besloot de rechtbank de voorlopige hechtenis van een van de aangehouden verdachten, een 47-jarige man uit Eindhoven te schorsen. De man werd in juni met twee andere verdachten aangehouden vanwege deelname aan een criminele organisatie en witwassen. De voorlopige hechtenis van de medeverdachten was eerder al geschorst.

Frankrijk
Het onderzoek naar EncroChat wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking door Nederland en Frankrijk. De Franse justitie heeft internationale aanhoudingsbevelen uitgebracht tegen leden van de criminele organisatie rondom het bedrijf EncroChat. Ook het Nederlands OM verwacht meer aanhoudingen van verdachten.
Hoewel het strafrechtelijk onderzoek internationaal nog gaande is, verwacht het OM dat het 26Lemont-dossier aan het einde van 2022 is afgerond. Een volgende terechtzitting wordt gepland voor begin 2023.