Ambulances sneller ter plekke dankzij kunstmatige intelligentie
Een aantal veiligheidsregio’s werkt nu met software die voorspelt waar de kans het grootst is dat medische hulp nodig is. Ze kunnen dan alvast een ambulance sturen, zodat die er sneller is als er ook werkelijk iets gebeurt. De berekening gebeurt op basis van eerdere ambulanceritten.
Voor het personeel is het even wennen dat het nu op pad gestuurd kan worden terwijl er (nog) geen melding is. Maar het werkt wel. Twee jaar geleden kwamen de ambulances van de veiligheidsregio’s Flevoland, Gooi en Vechtstreek en Zuid-Holland-Zuid in 93 procent van de gevallen op tijd, dat wil zeggen binnen vijftien minuten. Sinds de invoering van de door Stokhos Emergency Mathematics ontwikkelde software steeg dat percentage naar 95 procent, wat neerkomt op 700 ambulanceritten.
Efficiency
De software is hard nodig, want het kost ambulances steeds meer moeite om op tijd te komen. Dat komt door de groeiende vraag naar noodhulp, maar ook door bezuinigingen waardoor er minder locaties komen van waaruit ambulances ingezet kunnen worden. Op plaatsen waar relatief veel hulpvraag nodig is op bepaalde tijden, worden daarom nu preventief al ambulances gestationeerd. Die plaatsen worden bepaald aan de hand van een door het Centrum voor Wiskunde & Informatica ontwikkeld algoritme. Dat weet op grond van eerdere ambulanceritten waar het handig is om wagens paraat te hebben. Het kan zijn dat een incident uitblijft en er voor niets naar de locatie is gereden, maar volgens de veiligheidsregio’s daalt niettemin het totaal aantal gereden kilometers en de tijd dat ambulances onderweg zijn. De software streeft namelijk ook maximale efficiency na.