Amnesty International: politie schendt rechten demonstranten
Wie in Nederland wil demonstreren, wordt door de politie in de gaten gehouden. Dat zegt Amnesty International dat wil dat deze ‘ongeoorloofde surveillance’ van vreedzame demonstranten stopt en alleen wordt ingezet als er een verdenking is van een serieus strafbaar feit.
De bevoegdheden die de politie bij het volgen van demonstranten gebruikt, zijn volgens Amnesty International te vaag geformuleerd en zouden het recht op privacy schenden. Bovendien zou er nauwelijks toezicht zijn op de surveillancemethodes van de politie. Zo vinden onrechtmatige ID-controles, social media-monitoring, drones bij demonstraties, infiltratie in groepsapps en onaangekondigde huisbezoeken plaats. De politie zet van alles in om te achterhalen wie demonstreert.
Ongecontroleerde surveillancemethodes
Amnesty maakt zich al langer zorgen over de controlecultuur en het risicodenken van de politie bij demonstraties. Toezicht en controle op politiesurveillancemethodes, zoals ID-controles, schiet volgens de organisatie tekort en elke ID-check staat ten minste vijf jaar geregistreerd in politiedatabanken. Dit is in strijd met het recht op privacy en het demonstratierecht.
Amnesty International toetste de werkwijze rondom ID-controles door de politie aan de mensenrechten en verwerkte de analyse in het rapport: ‘Unchecked Power’.
Intimiderend
Tussen september 2020 en november 2022 interviewde de mensenrechtenorganisatie tientallen demonstranten en bundelde hun ervaringen. Zij ervaren het politieoptreden als intimiderend en voelen zich belemmerd in het uitoefenen van hun grondrecht – vreedzaam demonstreren.
Zoals Robert tijdens een antiracismedemonstratie. “Op een gegeven moment stonden er zeven of negen agenten om ons heen, terwijl we maar met zijn vieren waren. We kregen te horen dat we iets deden wat niet mocht, dus wilden ze onze ID zien. Ze beroepen zich op hun machtspositie. Iedereen die zijn ID niet wilde laten zien, gingen ze fouilleren. Ik gaf heel snel mijn ID af. Ook bij andere demonstraties ben ik op veel tegenwerking gestuit. Mijn ervaring is dat het contact met de politie en de gemeente zeer intimiderend en frustrerend is.”
Overheid houdt zich niet aan belofte
Bij het instellen van de Wet op de identificatieplicht in 2003 was de stellige belofte van de overheid dat de wet niet afschrikwekkend zou werken. ID-controles waren alleen toegestaan als dat strikt noodzakelijk was voor de politietaak. Maar de in dit rapport onderzochte politiepraktijken druisen rechtstreeks in tegen wat er als wenselijk of toelaatbaar wordt gezien in de wet. Zo vraagt de politie vreedzame demonstranten geregeld om hun ID. Dit schendt niet alleen het recht op privacy, maar heeft wel degelijk een afschrikwekkend effect en kan mensen ervan weerhouden te gaan demonstreren, aldus Amnesty International.
Willekeur, discriminatie en machtsmisbruik
De wet voldoet dan ook niet, vindt Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty International Nederland. “De politie heeft in Nederland te ruime bevoegdheden om zelf te bepalen wie ze staande houden en controleren tijdens demonstraties. Hierdoor ontstaat er groot risico op willekeur, discriminatie en machtsmisbruik. Wij willen dat de onrechtmatige identiteitscontroles stoppen.” De risico-mindset en het optreden van de politie zet volgens Amnesty de rechten en vrijheden van mensen onder druk. In plaats van vreedzame demonstranten heimelijk te surveilleren, zou de politie zich moeten richten op haar taak: in goed overleg en vanuit vertrouwen een demonstratie faciliteren.
Aanbevelingen
Onrechtmatige ID-controles dragen bij aan de criminalisering van demonstranten en schrikken mensen af, waarschuwt de mensenrechtenorganisatie. Het kan mensen ontmoedigen om te demonstreren, terwijl dat juist zo belangrijk is in een democratie. Amnesty beveelt de overheid en politie daarom aan om te stoppen met het onrechtmatig in de gaten houden van vreedzame demonstranten. Demonstreren is een recht, geen gunst. Naast de wet moeten instructies over ID-checks worden opgesteld: die mogen alleen gedaan worden, als er een redelijk vermoeden is van een serieus strafbaar feit.