Andere Tijden over Explosieven Opruimingsdienst Defensie
Dinsdagavond brengt het televieprogramma Andere Tijden een documentaire over de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD). Een actueel onderwerp, nu Nederland aan de vooravond staat van grote problemen nu het bezit, transport en afsteken van zwaar vuurwerk voor een jaar verboden is.
De EOD komt regelmatig in actie doordat al of niet opzettelijk ‘verdachte pakketjes’ zijn achtergelaten op bijvoorbeeld een station. Dat soort incidenten haalt het nieuws omdat veel mensen er hinder door ondervinden. Maar het bestaansrecht ontleent het defensie-onderdeel vooral aan het feit dat nog heel regelmatig explosieven uit de Tweede Wereldoorlog worden gevonden. Bijvoorbeeld bij graafwerkzaamheden voor gebouwen of tunnels, maar ook door particulieren die met een metaaldetector op pad gaan. Daar heeft 90 procent van alle meldingen betrekking op.
3000 meldingen dit jaar
Tijdens de documentaire wordt een jongen in beeld gebracht die op een dag vijf explosieven had gevonden. Daaronder een vijftien centimeter lange Duitse geweergranaat, die volgens de EOD nog steeds veel levens kan kosten bij een ontploffing. Het afgelopen jaar steeg het aantal meldingen van gevonden oude explosieven uit de Tweede wereldoorlog enorm. Normaal krijgt de EOD 2500 meldingen per jaar, maar dit jaar staat de teller al ruim boven de 3000. Dat komt volgens majoor Werner van Rooij doordat mensen vanwege corona meer in hun tuin zijn gaan werken. Zijn dienst is al 75 jaar actief met vooral niet ontplofte bommen en granaten uit de Tweede Wereldoorlog. Maar ook verdachte pakketjes in de trein, achtergebleven springstoffen bij een plofkraak, een handgranaat voor een sisha lounge of zelfgemaakte vuurwerkbommen worden door de EOD onschadelijk gemaakt. Tijdens de documentaire worden de moderne middelen getoond waar de dienst tegenwoordig over beschikt, zoals de mogelijkheid om explosieven te bevriezen en robots voor verkenningen.