Bezorgdheid over dreigingen kan economie en kennis schaden
Nederland krijgt in toenemende mate te maken met dreigingen uit andere landen. Deze zogenoemde statelijke dreigingen manifesteren zich bijvoorbeeld als cyberaanvallen op vitale infrastructuur, (bedrijfs)spionage en beïnvloeding en inmenging via desinformatie. Bezorgdheid is terecht, aldus het WODC, maar deze mag niet doorschieten.
De havensector (de zeehavens van Rotterdam en Amsterdam) en de kennissector (universiteiten en hogescholen) blijken lange tijd een naïeve houding te hebben gehad als het gaat om deze statelijke dreigingen. Door verschillende recente geopolitieke gebeurtenissen, waaronder de Russische invasie van Oekraïne begin 2022, is die houding veranderd. Het bewustzijn over statelijke dreigingen is sinds de Koude Oorlog nog nooit zo hoog geweest. In de havensector en de kennissector leidt dat ook tot het kritisch besef dat bezorgdheid kan doorschieten en daarmee de belangen van beide sectoren kan schaden. Dat blijkt althans uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam en Boelens Advies, in opdracht van het WODC.
Bewustzijn in retroperspectief
Volgens respondenten uit de haven- en kennissectoren blijkt de te lange naïeve houding over statelijke dreigingen onder andere uit diepgewortelde samenwerkingen met (organisaties uit) autocratische en dictatoriale landen. De veiligheidsbelangen waren veelal ondergeschikt aan de economische belangen. Ook ontbrak het lange tijd aan een duidelijke aanpak van en visie op de weerbaarheid tegen statelijke dreigingen. Tegenwoordig bestaat het bewustzijn over statelijke dreigingen uit het herkennen van statelijke actoren, het begrijpen van hun intenties en het analyseren van kwetsbaarheden. Zo concentreert de havensector zich op kwetsbaarheid door sabotage en verstoring, terwijl de kennissector vreest voor spionage en diefstal van intellectueel eigendom.
Nieuw kritisch bewustzijn
Uit het onderzoek blijkt dat beide sectoren nu een kritisch besef hebben van de keerzijde van het dreigingsbewustzijn. Er is vrees voor een overmatige bezorgdheid die in de havensector kan leiden tot het verlies van internationale samenwerking en de aantrekking van bedrijven. In de kennissector kan dat leiden tot een verschraling van het intellectuele klimaat vanwege het verlies van internationale samenwerking, financiering en internationale studenten. Doorgeslagen weerbaarheid tegen statelijke dreigingen kan daarom een risico vormen voor zowel de haven- als de kennissectoren: het kan de bewegingsvrijheid van transport en handel in de havens in de weg zitten en de academische vrijheid op onderwijsinstellingen aantasten.
Verantwoordelijkheid
De sectoren zien vooral de overheid als verantwoordelijke voor het creëren van een gebalanceerd bewustzijn van statelijke dreigingen in de samenleving. De overheid zou daarin krachtiger moeten optreden, met name door de urgentie meer te benadrukken en betere informatie over dreigingen te delen.
Het onderzoek is uitgevoerd op verzoek van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Deze bracht met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) al tweemaal het Dreigingsbeeld statelijke actoren uit.