Bonden willen geen waarnemers bij preventief fouilleren
De politiebonden willen dat burgemeester Halsema terugkomt op het besluit om waarnemers te laten meekijken bij de wapencontroles (preventief fouilleren) die volgende maand weer van start gaan in Amsterdam. De maatregel was bedoeld om etnisch profileren tegen te gaan.
Volgens de bonden voelen politiemensen zich door de politieke angst voor etnisch profileren onrecht aangedaan: de gemeenteraad en B&W horen uit te gaan van het vakmanschap van agenten, tot het tegendeel bewezen is. Geeft Halsema aan de oproep van de bonden geen gehoor, dan zijn acties tijdens de controles niet uitgesloten.
Volgens de voorzitters van van de Nederlandse politiebonden heeft het getoonde wantrouwen niet alleen de Amsterdamse politiemensen ‘onaangenaam verrast’. Ook elders in het land wordt gevreesd dat deze maatregel een voorbode is van meer bestuurlijke controle op het doen en laten van de politie.
Pilot
Korpschef Henk van Essen en eenheidschef Frank Paauw attenderen burgemeester Halsema erop dat er in Amsterdam een groot probleem speelt op het gebied van het voorhanden hebben van wapens bij burgers. Niet voor niets is er vanuit de politie al jarenlang aangedrongen om het bestuurlijk mogelijk te maken dat er preventieve fouilleringen kunnen plaatsvinden. Dat heeft altijd gestuit op weerstand vanuit de gemeenteraad en die weerstand is er volgens berichtgeving nog steeds. Desondanks heeft de burgemeester toestemming gegeven om vanaf 1 september te starten met een pilot, al zullen daarbij wel twee waarnemers bij aanwezig moeten zijn. Er zouden zich hiervoor inmiddels honderden vrijwilligers hebben aangemeld.
Wantrouwen
Door het besluit om waarnemers in te zetten voelen agenten in de eenheid Amsterdam zich onrecht aangedaan. De goede verstandhouding en wisselwerking tussen het openbaar bestuur, het college van B&W, de burgemeester als verantwoordelijke voor de openbare orde en veiligheid en ‘de politie’, zou gebaseerd moeten zijn op ‘vertrouwen’ en ‘respect’ voor elkaar, zo schrijven de korpsbazen. Door het besluit om waarnemers in te zetten worden deze basisprincipes volgens hen aangetast. Er zou geen sprake meer zijn van ‘vertrouwen’, maar van ‘wantrouwen’. ‘Het betreft hier het schenden van het vertrouwensbeginsel. In diverse steden in Nederland wordt al geruime tijd preventief gefouilleerd. Het is een zwaar middel, wat niet zomaar kan worden ingezet. De politie is een uitvoeringsorganisatie met hoge opleidingseisen en geniet veel vertrouwen van de burger.’
Precedentwerking
Van Essen en Paauw wijzen er ook op dat bij de fouilleringsacties burgers bij klachten kunnen terugvallen op een groot aantal instanties, zoals de ombudsman, gemeente en VIK. Bij eerdere fouilleringsacties zouden er zelden klachten zijn geweest van burgers. Hiernaast worden deze acties veelal gefilmd door burgers en bedient de politie zich van body-cams en ander cameratoezicht. De politiebazen begrijpen daarom niet waarom er dan toch op voorhand wantrouwen is vanuit de gemeenteraad. De mogelijkheid van etnisch profileren suggereert volgens hen dat men zonder aanleiding uitgaat van het niet professioneel optreden van politiemensen. ‘Dit raakt politiemensen enorm en geeft de verkeerde suggestie naar de burgers. Hiernaast speelt de mogelijke precedentwerking. Politiemensen in Nederland denken niet dat het hiermee stopt.’
Het werkelijke probleem
‘Door de gemeenteraad wordt hierbij de ‘etnisch profileren kaart’ getrokken, waardoor er blijk van wordt gegeven geen vertrouwen te hebben in een neutrale, onbevooroordeelde opstelling van onze collega’s’, schrijven Van Essen en Paauw. Hiermee wordt volgens hen gelijk de aandacht afgeleid van het werkelijke probleem, namelijk het onbevoegd voorhanden hebben van wapens op de openbare weg. ‘Een ongewenste situatie, waar al jaren ‘paal en perk’ aan gesteld moet worden, maar waar tot nu toe onvoldoende aan is gedaan.’ De politie is hierdoor volgens de politiebazen op zijn zachts gezegd, ‘ernstig teleurgesteld’. ‘Mocht dit besluit om over te gaan tot het aanstellen van bovengenoemde waarnemers stand houden, dan zullen wij deze zeker monitoren en sluiten wij nadere acties niet uit.’
Reactie Halsema
In een reactie schrijft burgemeester Halsema dat de leden van de Amsterdamse Driehoek een ‘groot vertrouwen hebben in het vakmanschap van de politie en enkel waardering hebben voor de agenten die dagelijks hun persoonlijke veiligheid in de waagschaal stellen om de veiligheid van de stad te vergroten. Dat vertrouwen kan volgens haar heel goed samengaan met het besluit om burgers (tijdelijk) in de gelegenheid te stellen ‘kennis te nemen van de wijze waarop agenten hun werk – in dit geval de gerichte wapencontroles – uitvoeren. Het is juist van belang dat burgers kunnen waarnemen hoe zorgvuldig de politie hierin opereert, aldus Halsema. Zij onderstreept dat het organiseren van waarnemers bij de proef met de wapencontroles de uitkomst is van een lange politieke strijd binnen het Amsterdamse gemeentebestuur. De Driehoek is met deze wens van de gemeenteraad meegegaan om de weerstand tegen de proef te overwinnen en daardoor het uitzicht op een blijvende terugkeer van de mogelijkheid tot preventief fouilleren door de Amsterdamse politie te behouden.