Brandweer heeft meer geld nodig voor inzet na terreur

Het Rijk zou extra geld moeten steken in brandweer, ambulancediensten en veiligheidsregio’s, zodat deze zich beter kunnen toerusten op hulp na een terreuraanslag. Dat zegt Maikel Lenssen, die zich bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond bezighoudt met beleidsadvies na terreuraanslagen, tegenover het ANP.

Het gaat volgens Lenssen vooral om meer tijd en ruimte voor het oefenen met onder andere de politie en de Dienst Speciale Interventies. Een dergelijke oefening vond afgelopen weken plaats in het leegstaande ziekenhuis Daniël den Hoed in Rotterdam. De brandweer, politie, ambulance, DSI en het noodhulpteam van het Rode Kruis trainden daar aan de hand van verschillende scenario’s na een terroristische aanslag. Dergelijke oefeningen zijn volgens Lenssen heel belangrijk, omdat er in Nederland een reële kans op een aanslag is. Daarbij is de kans op slachtoffers zeer groot, omdat dat doorgaans het doel is van terroristen. De hulpverleners worden dan met zeer moeilijke omstandigheden geconfronteerd, waarvoor zij vooraf getraind moeten worden. Bijvoorbeeld in het stoppen van slagaderlijke bloedingen. Politie, defensie, marechaussee en inlichtingendiensten krijgen wel extra geld voor terreurbestrijding, maar de brandweer en ambulancediensten krijgen niet of nauwelijks meer financiële ruimte. Behalve voor oefeningen is ook extra geld nodig voor tactische vesten en ballistische helmen. De hulpverleners moeten tenslotte na een aanslag in de frontlinie met de politie en DSI kunnen opereren, aldus Lenssen.

Deel dit artikel via: