Camera-auto’s Rotterdam overtraden privacywet
De gemeente Rotterdam heeft tijdens de lockdown vorig jaar twee camera-auto’s ingezet om overtreders van de coronamaatregelen op te sporen. Deze maatregel was onrechtmatig, oordeelt de Autoriteit Persoonsgegevens in een rapport dat NRC in handen heeft gekregen.
De auto’s maakten onder andere beelden van mensen die te weinig onderlinge afstand hielden. Dat gebeurde echter zonder dat de gemeente en de politie vooraf een privacytoets hadden uitgevoerd. Bovendien vond de Autoriteit Persoonsgegevens de inzet van camera’s in dit geval een te zwaar middel. Handhavers hadden ook gewoon kunnen kijken en hun bevindingen via de portofoon kunnen doorgeven aan de politie, aldus voorzitter Aleid Wolfsen. Kritiek was er ook op de bewaartermijn van de beelden. Zeven dagen vond de AP te lang.
Niet openbaar
Het rapport van de AP is nog niet openbaar. Volgens NRC probeert burgemeester Aboutaleb van Rotterdam de publicatie tegen te houden, maar die ontkent dat. De camera-auto’s reden in april en mei vorig jaar door Rotterdam en registreerden met 360-graden-camera’s gezichten en nummerplaten van overtreders. Ze reden vooral langs parken en pleinen op zoek naar groepen van meer dan drie personen om die op de bon te kunnen slingeren. In totaal zijn in die periode 75 groepen van overtreders gesignaleerd.