‘’Een geweldsexplosie’’, zo werd het incident op het Velperplein in Arnhem in de nacht van 1 op 2 september 2023 gekwalificeerd door de officier van justitie. Een groep van zeven jonge mannen, in de leeftijd van 22 tot 26 jaar, sloegen en trapten twee voorbijgangers in elkaar. De groep liet de slachtoffers voor dood achter en vluchtte voor de politie.

Op de zitting moesten de zeven mannen zich verantwoorden voor de rechtbank in Arnhem. Het hieraan voorafgaande politieonderzoek omvatte het horen van verdachten, slachtoffers en getuigen en het beoordelen van camerabeelden. Op de beelden was te zien hoe een schermutseling ontstond binnen de groep jongemannen, nadat een deel van hen een fietser intimiderend benaderde. Dit werd opgemerkt door twee voorbijgangers, de latere slachtoffers, die probeerden de groep met gebaren tot kalmte te manen. Hierop keerde de hele groep zich tegen de twee mannen.

Aanhoudende aanval
“De rode draad in de getuigenverklaringen is dat de groep verdachten de twee slachtoffers duwde, sloeg en schopte op het lichaam en hoofd, zelfs toen ze op de grond lagen. Een van hen werd bewusteloos geslagen en ze hadden geen kans om zich te verdedigen. Het was een aanhoudende aanval, gericht op de twee jongens, die maar doorging’’, aldus de officier van justitie op de zitting.
Getuigen beschreven de vechtpartij als ‘de meest heftige die ik ooit heb gezien’, maar durfden niet in te grijpen. De slachtoffers gaven aan dat ze voortaan wel twee keer zouden nadenken voordat ze zich in een ruzie mengen. De officier van justitie noemde dit begrijpelijk maar betreurenswaardig, aangezien een samenleving waarin men anderen niet kan, wil of durft te helpen, geen sámenleving is.

Strafeisen
Bij de strafeis hield de officier van justitie rekening met de rol die de verdachten speelden in het geweld. Volgens het OM maakten ze zich allemaal schuldig aan openlijk geweld. Voor drie verdachten werd daarnaast poging tot doodslag bewezen geacht. Zij gebruikten grof geweld, zoals schoppen tegen het hoofd, en aanvaardden bewust het risico op een dodelijke afloop.
Deze verdachten kregen de hoogste straffen opgelegd. Een 22-jarige man uit Heteren kreeg een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Een 20-jarige man uit Arnhem hoorde 40 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, tegen zich eisen. Voor een 20-jarige Arnhemmer met een eerdere veroordeling werd een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden passend geacht. Een 24-jarige Arnhemmer kreeg een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, voor zware mishandeling.

Tot slot waren er strafeisen voor de verdachten bij wie alleen openlijk geweld bewezen was. Twee van hen hadden al in voorlopige hechtenis gezeten en hoefden niet meer terug naar de cel. Wel werden voorwaardelijke celstraffen en werkstraffen geëist; een 26-jarige man uit Arnhem hoorde 150 uur werkstraf tegen zich eisen, en een 20-jarige man uit Arnhem werd geconfronteerd met 180 uur werkstraf. Een 24-jarige man uit Rheden, die kort in voorlopige hechtenis zat, hoorde een werkstraf van 120 uur tegen zich eisen.