Een voormalige onderofficier van de marechaussee is door de militaire kamer veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf wegens het afpersen van reizigers op Schiphol. Die moesten ‘boetes’ betalen om Nederland in te mogen. 

De zaak kwam aan het licht toen twee opgelichte Argentijnen hun beklag deden bij hun ambassade. Ook andere reizigers werden opgelicht. In totaal zou de verdachte op die manier 4500 euro hebben bijverdiend. Dat deed de man buiten werktijd en onder een valse naam. Hij vroeg reizigers mee te komen naar een apart kantoor op de luchthaven, waar hij hen wijsmaakte dat er iets met de papieren niet in orde was. Zo zou een Colombiaan met een dekking van 50.000 euro een te lage reisverzekering hebben. In werkelijkheid hoeft de dekking maar 30.000 euro te zijn, maar volgens de verdachte was 60.000 euro het minimum. Na betaling van een boete van 500 euro mocht de Colombiaan alsnog Nederland in. Hij kreeg een document mee, waarop de marechaussee een valse naam had vermeld. Zo verzon hij nog meer trucjes om reizigers geld af te troggelen.

Zeer ernstige feiten
De militaire kamer vindt dat er sprake is van zeer ernstige feiten, omdat door het gedrag van de verdachte het vertrouwen van reizigers in de marechaussee en in Nederland als gastland ‘grovelijk geschaad’ is. Bovendien mag juist van iemand met de rang van opperwachtmeester worden verwacht, dat die het goede voorbeeld geeft en alles doet om corruptie te voorkomen. Aanvankelijk was acht maanden geëist, maar de verdachte hoeft er daarvan maar vier uit te zitten. Ook moet hij het verduisterde geld terug betalen. Hij krijgt een proeftijd van drie jaar. Als hij in die periode nogmaals fraude pleegt, moet hij de resterende vier maanden alsnog uitzitten.
De advocaten van de verdachte vinden de straf te zwaar. De man heeft inmiddels een nieuwe baan, die hij kwijtraakt als hij de cel in gaat. Daarom wordt hoger beroep aangetekend.