Defensie krijgt onvoldoende voor bedrijfsveiligheid
“Onacceptabel.” Zo reageerde minister Ank Bijleveld-Schouten op het feit dat Defensie de bedrijfsveiligheid onvoldoende onder controle heeft. Deze conclusie trekt de commissie Van der Veer, die op verzoek van Defensie de bedrijfsveiligheid bij het departement onderzocht. Het rapport ‘Het moet en kan beter’ is vanmorgen gepresenteerd.
Uit het rapport blijkt niet alleen dat de beheersing van risico’s onvoldoende is. Ook het voorkomen op herhaling van veiligheidsincidenten is onder de maat. Veiligheid is onvoldoende onderdeel van de strategie, de structuur, het systeem en de cultuur van Defensie, zo toont het onderzoek aan.
Bijleveld: “We wilden naar aanleiding van het OVV- rapport over het mortierongeval in Kidal, beter inzicht in de manier waarop Defensie omgaat met bedrijfsveiligheid. We wilden onze werkwijzen onder de loep nemen, zien waar het beter kan en wat we daarvoor moeten doen.”
Aanbevelingen overnemen
Volgens de minister is de commissie tot duidelijke, niet mis te verstane conclusies gekomen, voortbouwend op die van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. “We nemen alle aanbevelingen over”, beloofde ze. Een aantal is al in gang gezet. Defensie versterkt het toezicht op de veiligheid, onder meer door hiervoor een toezichthouder aan te stellen. Ook wordt de veiligheidsorganisatie uitgebreid. Verantwoordelijkheden voor veiligheid in de bedrijfsvoering moeten duidelijk zijn. Commandanten kunnen hun verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid alleen waarmaken als ze daartoe ook in staat worden gesteld. Volgens Bijleveld betekent dit dat Defensie voor bedrijfsveiligheid geld, tijd en menskracht vrijmaakt.
Geen inzet
Aan het militaire beroep kleven altijd risico’s. Militairen werken per definitie juist niet in een veilige omgeving. En moeten daar ook zo realistisch mogelijk voor trainen. “Maar die risico’s moeten tot een minimum beperkt blijven’’, vindt ze. Als dat niet valt te garanderen en Defensie niet voldoet aan de zelf gestelde voorwaarden, “dan ook geen inzet”, zei Bijleveld stellig.
“De militaire inzet moet passen bij het tempo van het herstel van de krijgsmacht en moet steeds voldoen aan onze veiligheidseisen”, benadrukte ze. “Het verbeteren van de veiligheid vraagt ook om een gedragsverandering. Dit geldt voor iedereen bij Defensie, van hoog tot laag.” Wat de minister betreft is dan ook geen tijd te verliezen. ”Veiligheid brengen is onze core business, hier en elders in de wereld. En dat begint bij de veiligheid van onze eigen mannen en vrouwen.”