Grote steden willen meer verkeershandhaving met boa’s
De vier grootste steden van Nederland pleiten samen met belangenorganisaties voor uitgebreidere handhavingsbevoegdheden voor boa’s om verkeersovertredingen aan te pakken. Dat maakt de NOS bekend.
Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, bekend als de G4, streven ernaar doeltreffender op te treden tegen overtredingen zoals te hard rijden, rijden onder invloed en asociaal rijgedrag. De Rotterdamse wethouder Vincent Karremans benadrukt de behoefte aan daadkrachtig optreden, waar momenteel beperkingen aan kleven. Volgens hem is de pakkans voor verkeersovertredingen schrikbarend laag. Dit onderstreept de noodzaak van uitgebreidere handhavingsbevoegdheden om de verkeersveiligheid te verbeteren.
Snelheidscontroles met mobiele apparatuur
Momenteel is de handhaving van verkeersregels landelijk geregeld, met beperkte capaciteit en schaarse middelen. De G4 stelt voor om buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) uitgebreidere bevoegdheden te geven, zodat zij snelheidscontroles met mobiele apparatuur kunnen uitvoeren en voertuigen kunnen beboeten op basis van kenteken, zonder ze eerst te laten stoppen.
Daarnaast pleiten ze voor meer lokale flitspalen, waarvan de opbrengsten naar een plaatselijk verkeersveiligheidsfonds zouden gaan. Dit fonds zou worden gebruikt om onveilige straten, fietspaden en kruispunten aan te pakken, maar ook om de extra handhaving te financieren. Dit wordt voorgesteld als een maatregel om de stijgende trend in verkeersongevallen en gewonden tegen te gaan.