Handhaving vuurwerkverbod met jaarwisseling vrijwel onmogelijk
Korpschef Erik Akerboom schrijft aan de Kamer dat het handhaven van de openbare orde tijdens de jaarwisseling een stuk lastiger is geworden. Als oorzaak noemt hij de lappendeken aan regels die gemeenten hebben afgekondigd.
Voor de politie geldt de jaarwisseling als het gevaarlijkste evenement van het jaar. Niet alleen leidt het afsteken van vuurwerk jaarlijks tot miljoenen euro’s aan schade. Ook vallen er honderden slachtoffers en worden op grote schaal agenten en hulpverleners aangevallen, aldus de korpschef. Daarom pleiten de politie, artsen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid al jaren voor een algemeen verbod op het door consumenten afsteken van knalvuurwerk en vuurpijlen. Gemeenten vaardigen dit verbod echter alleen uit voor bepaalde zones, zoals in de buurt van ziekenhuizen en brandgevaarlijke objecten. Voor de politie is het niet duidelijk waar vuurwerk wel of niet afgestoken mag worden.
Vuurwerktoerisme
Gemeenten onderkennen het probleem wel en komen daarom met verschillende maatregelen om de risico’s terug te dringen. Het zijn echter juist deze goede bedoelinge die voor chaos zorgen, aldus Akerboom. De politie is ook bang voor vuurwerktoerisme. Dus dat raddraaiers zich verplaatsen naar gemeenten waar geen verbod geldt en waar zij dus verwachten dat er geen handhaving plaatsvindt. Voor hulpverleners brengt dat extra grote risico’s met zich mee. Het veel overlast veroorzakende F3-vuurwerk (Chinese rollen) is inmiddels wel landelijk verboden, maar dat maakt het er volgens de politie niet veiliger op. Die ziet liever een verbod op al het vuurwerk dat gebruikt kan worden om hulpverleners te bestoken.