Inbrekers trekken in de winter naar kleinere gemeenten
Tijdens de donkere maanden loopt in kleinere gemeentes het aantal woninginbraken flink op. Dit concludeert het AD uit gegevens van de politie. In sommige gemeenten wordt ’s winters zelfs drie keer zo vaak ingebroken als in de zomer.
Normaal neemt het aantal inbraken van november tot en met februari overal toe met zo’n 50 procent, omdat inbrekers van het duister kunnen profiteren. Maar in de grote steden is die toename maar ongeveer 35 procent, terwijl de stijging in kleine gemeenten kan oplopen tot 70 procent. Dit speelt vooral in de provincie Utrecht, waar ’s winters bijna 35.000 keer wordt ingebroken, maar de grootste stijging komt voor rekening van Goeree-Overflakkee, waar tijdens de winter viermaal zo vaak wordt ingebroken als in de zomer. In het Noord-Hollandse Bergen en in Staphorst wordt in de winter driemaal zo vaak ingebroken als tijdens de rest van het jaar.
Mobiele bendes
Sybren van der Velden, landelijk projectleider woninginbraak van de politie, zegt tegen het AD dat inbraken steeds vaker door mobiele bendes worden gepleegd. Die worden in de steden beter in de gaten gehouden dan op het platte land. De piek in inbraken vindt plaats in december. Vooral tijdens de feestdagen is het raak. De politie adviseert om bij verdachte situaties altijd meteen 112 te bellen, want 80 procent van de inbrekers worden gepakt dankzij tips van getuigen. De politie is zelf ook actiever in deze periode, onder andere met het ‘Donkere Dagen Offensief’, waarbij zij burgers adviseert op het gebied van inbraakpreventie. Ook wordt extra gesurveilleerd.