Niet alleen de georganiseerde misdaad heeft problemen met het Multidisciplinair Interventie Team (MIT), dat minister Grapperhaus van Justitie & Veiligheid vorig jaar oprichtte tegen ondermijnende criminaliteit. De nieuwe organisatie leidt ook tot veel onvrede bij de samenwerkende organisaties, stelt NRC vast.

Geld dat met onder andere drugshandel wordt verdiend, wordt steeds vaker gebruikt om in legale activiteiten te investeren, zoals sportclubs. De overheid beschouwt dit als een grote bedreiging voor de maatschappij en wil daarom de criminele geldstromen zoveel mogelijk verstoren. Voor dat doel is het MIT opgericht, waarin verschillende overheidsinstanties zouden moeten samenwerken. Maar in plaats van samen te werken, worden de beste specialisten van de partners weggekocht met aanzienlijk hogere salarissen. Uiteindelijk moeten er 400 mensen komen te werken, hoofdzakelijk afkomstig van politie, Openbaar Ministerie (OM), Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), douane, Belastingdienst en marechaussee. Volgens het hoofd cybercrimebestrijding van de politie, Andy Kraag, ontwricht het MIT niet de georganiseerde misdaad, maar juist de diensten die de criminelen achter slot en grendel moeten zien te krijgen. Ook het hoofd van de Landelijke Recherche, Andy Kraag, beschuldigt het MIT van roofbouw. Bovendien zou het MIT andere diensten voor de voeten lopen.

Nationale veiligheid
Het MIT zegt niet op de hoogte te zijn van de klachten. Volgens leidinggevende Monique Mos zijn er ook politiemensen die positief zijn over het MIT. Haar collega Bert Langerak doet het af als gemopper dat nu eenmaal ontstaat als er iets nieuws wordt bedacht. Er zouden geen ideeën en mensen worden gekaapt. In tegendeel. Bestaande methodes worden verbeterd door beter samen te werken, aldus de leiding van het MIT. En dat zou hard nodig zijn, want de omvang van de criminele geldstromen is in Nederland inmiddels zo groot dat er sprake is van een bedreiging van de nationale veiligheid. Criminelen worden volgens Langerak multinationals met geld als wapen. Hij beschouwt het verstoren van de finaniciële infrastructuur dan ook belangrijker dan het oppakken van de ‘boeven’. Ook facilitators worden in kaart gebracht, zoals malafide juristen, accountants en makelaars. Daarvoor wordt dit jaar een datawarehouse opgezet. Er zijn echter nog veel meer mensen nodig. Nu werken er zo’n dertig bij het MIT, maar dat moeten er de komende twee jaar dus 400 worden.

Nog geen resultaten
Volgens critici heeft het MIT nog geen crimineel opgepakt en er zelfs niet een in kaart gebracht. En dat terwijl gespecialiseerde diensten intussen wel hun beste medewerkers zien vertrekken. Mos en Langerak brengen daar tegenin dat het oppakken van criminelen niet hun taak is. En het in kaart brengen van misdadigers gebeurt nog niet, omdat het team nog aan het opstarten is. Ze verwachten eind dit jaar de eerste resultaten. Mos benadrukt dat het afnemen van geld van criminelen vaak meer verstoort dan het oppakken van individuele leden van de bendes. Het gaat vooral om het ontmantelen van de netwerken. “We zijn van de innovatie. We bekijken hoe je op een andere manier criminaliteit kunt verstoren en bestrijden. Het klassieke opsporen hebben we al en doen we goed. We willen aanvullend zijn”, aldus Langerak in het NRC. De onderwereld is volgens hem bezig zich met honderden miljoen euro’s in te vreten in de legale economie. De Nationale Politie gaat met het MIT in gesprek om te kijken hoe vacatures ingevuld kunnen worden, zodat dat daarmee de effectiviteit van andere diensten wordt ondermijnd.