Kleinere musea steeds vaker doelwit van criminelen
Het stelen van een kunstwerk uit een topmuseum is bijna niet te doen. Kleinere musea kunnen zich echter vaak geen professionele beveiliging veroorloven en worden daarom steeds vaker het slachtoffer van kunstdieven. Een nieuw stappenplan moet hen helpen dit te voorkomen.
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), de politie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hebben het zogenoemde Barrièremodel ontwikkeld. Deze organisaties beseffen dat kleinere musea meestal geen budget hebben voor peperdure beveiligingsmaatregelen, zoals die in door het Rijk gesubsidieerde topmusea worden gebruikt. Maar goede beveiliging hoeft volgens hen niet altijd veel geld te kosten. “De grootste winst is te behalen met het kweken van bewustzijn”, zegt Renate van Leijen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “En dat hoeft helemaal niet veel te kosten. Hooguit een training aan medewerkers.”
Frans Hals
Het ‘Barrièremodel’ is een stappenplan dat laat zien hoe criminelen te werk gaan en hoe hun bedrijfsproces in elkaar zit. Als een bezoeker erg geïnteresseerd is in wat kunstwerken waard zijn of meer oog heeft voor camera’s en sloten dan voor de kunst, is dat een signaal dat hij het museum ‘op de korrel’ heeft. Het scheelt volgens Van Leijen al enorm als suppoosten daar oog voor hebben.
Het Barrièremodel helpt ook bij het ontdekken van zaken die het criminelen makkelijker maken. Aan de hand daarvan kunnen eenvoudige maatregelen vaak al een oplossing bieden. Verder dient nagedacht te worden over risico’s, die het beveiligingsniveau overstijgen. Zo verdween door een eenvoudige inbraak een 15 miljoen euro kostend werk van Frans Hals uit het Leerdamse museum Hofje van Mevrouw van Aerden. Werner van den Belt van het Stedelijk Museum Vianen zegt om deze reden al verschillende keren kunstwerken geweigerd te hebben, als die voor tentoonstellingen werden aangeboden. Hij gebruikt het Barrièremodel en weet daarom wat wel en wat niet kan.
Geen subsidie
Veel kleinere musea hebben nauwelijks middelen en kennis over beveiliging, terwijl ze wel interessant zijn voor kunstdieven. Ze krijgen geen subsidie en ook de entreegelden zijn niet toereikend voor professionele beveiligingsmaatregelen. Het Museum Militaire Traditie in Driebergen, waar historische uniformen, wapens en andere militaire stukken liggen, behoort ook tot die categorie. Toch heeft het wel een beveiligingsexpert ingehuurd die een aantal maatregelen heeft geadviseerd, zoals inbraakwerende beglazing en elektronische beveiliging. Van Leijen erkent dat ook de uitvoering van het Barrièremodel flink wat geld kan kosten, maar benadrukt dat het ook niet van A tot Z opgevolgd hoeft te worden. Het is volgens haar een kwestie van wat je eruit pikt en waarmee je begint. Dus hoe is maximaal effect tegen minimale kosten te behalen? De verantwoordelijkheid voor het cultureel erfgoed ligt volgens Van Leijen niet bij de overheid, maar bij de beheerders. Als museum heb je een zorgplicht. Zij hoopt dat het Barrièremodel zal bijdragen aan meer bewustzijn over de beveiliging.