Maatregelen preventie misdaad niet effectief
Om de georganiseerde misdaad effectief te bestrijden, moet de overheid meer investeren in de preventieve maatregelen. Dit stelt Cathelijne van der Schoot in haar proefschrift Preventie van georganiseerde criminaliteit in Nederland, waarop zij vrijdag 10 februari 2006 promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Van der Schoot onderzocht preventieve maatregelen zoals de anti-witwasmaatregelen en de screening en auditing benadering. Het onderzoek van de promovenda richtte zich vooral op het vaststellen van mogelijke effecten van de maatregelen. Tevens bepaalde zij aan de hand van de toepassing van de maatregelen en de concrete resultaten in hoeverre de doelstellingen in de praktijk worden gehaald.
Van der Schoot concludeert dat de maatregelen in het algemeen aansluiten op de beginselen van de situationele criminaliteitbenadering. Dit betekent dat de maatregelen ingrijpen in maatschappelijke gelegenheidsstructuren zodat misbruik voor criminele doeleinden wordt voorkomen. Uit de beoordeling van de toepassing blijkt dat er vaak niet, of slechts in beperkte mate, kan worden gesproken over concrete resultaten.
Bij anti-witwasmaatregelen is er sprake van bureaucratisering. Alle aandacht is gericht op de handhaving van de meldplicht, waardoor weinig is ge?nvesteerd in de verwerking van gegevens. Deze maatregelen hebben waarschijnlijk geen groot effect op georganiseerde criminaliteit. Het is logisch dat de overheid invulling heeft gegeven aan de preventieve benadering, aldus Van der Schoot. Om tot bevredigende resultaten te komen, moet de overheid in ieder geval meer investeren in de uitvoering van de preventieve maatregelen, want zonder degelijke uitvoering zijn de maatregelen niet effectief.