Minister Van der Steur van Veiligheid & Justitie afgetreden
Zijn grootste zonde was dat hij als Kamerlid minister Ivo Opstelten geadviseerd zou hebben om de informatie over het vermoedelijke bedrag dat met de Teevendeal gemoeid was, uit een Kamerbrief te halen. Nadat hij zelf minister was geworden deed Van der Steur alsof hij die informatie nooit had gezien.
Van der Steur gaf toe dat de hele kwestie ‘niet fraai’ was en dat hij de minister had moeten controleren in plaats van adviseren. Even later zei hij weer dat hij niet bedoeld had dat het bedrag van de Teevendeal geheim gehouden moest worden. “Aan liegende politici heeft de bevolking geen behoefte, trek uw conclusie”, reageerde SP-voorman Roemer richting Van der Steur.
Motie
Premier Rutte bleef zijn VVD-collega tot het laatste moment steunen, maar kon zijn minister niet redden. Rutte werd zelf ook beschuldigd van leugens, maar die beweerde dat daar geen hard bewijs voor bestaat. Ook Van der Steur bleef volhouden dat de beschuldigingen aan zijn adres niet op feiten en bewijzen zijn gebaseerd. De oppositie liet deze kans om de regerende VVD te treffen echter niet aan zich voorbij gaan. Een maffiapartij van bedrog en intimidatie, aldus Geert Wilders.
Reactie
Van der Steur reageerde: “Ik heb alle vragen in dit debat beantwoord. Ik hecht eraan verantwoording af te leggen aan uw Kamer. Maar ik zie, ik merk en ik voel dat mijn antwoorden er niet toe doen. Want velen hebben het politieke oordeel allang geveld. Ik heb de vragen naar eer en geweten beantwoord. Dat was voor mij minder moeilijk dan u misschien denkt, want ik heb me de afgelopen anderhalf jaar met hart en ziel ingezet voor de versterking van onze rechtsstaat. Ik heb elke dag gevochten om Nederland veiliger te maken. Samen met alle politieagenten, officieren van Justitie, de mensen van de reclassering, gevangenisbewaarders en alle mensen van de IND en het COA. Wat een geweldige mensen zijn dat. En dat geldt net zo goed voor mijn integere, loyale, toegewijde en betrokken medewerkers op het ministerie. Daar kun je alleen maar trots op zijn en dat ben ik. Dat geldt ook voor mijn vriend de staatsecretaris Dijkhoff. Onze samenwerking was perfect. Maar daarom voorzitter, verdienen zij een minister die het volle vertrouwen van uw Kamer geniet. Ik voel dat vertrouwen niet en heb voor dit debat aan de minister-president laten weten dat ik aan het einde van deze eerste termijn mijn beslissing hieromtrent wilde kenbaar maken. Ik wilde dit debat voeren omdat ik mij wilde verdedigen tegen onterechte beschuldigingen die ongefundeerd zijn en niet op feiten zijn gebaseerd. Ik zal nu mijn ontslag aanbieden aan Zijne Majesteit de Koning. Ik dank u wel.”