‘Nederland nog niet bestand tegen cyberdreiging’
Dat zegt minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid vandaag in De Telegraaf. Hij heeft een alarmerende boodschap: Nederland moet meer doen om klaar te zijn voor de cyberdreiging want het ligt steeds zwaarder onder vuur vanuit het buitenland.
Volgens Grapperhaus vallen andere landen ons digitaal aan en is er zo zelfs al belangrijke informatie gestolen. Hij zegt dat er een directe dreiging is voor de nationale veiligheid en dat overheidsinstellingen en bedrijven ‘structureel doelwit’ zijn van andere landen die digitale aanvallen uitvoeren. Daarom vindt de minister dat ‘digitale dijkbewaking’ hard nodig is. Hij komt hiervoor met een pakket plannen. Zo gaat een speciale cybersecuritywet vitale bedrijven verplichten om aan hogere beveiligingsstandaards te voldoen.
Certificaten
Richting burgers en bedrijven worden extra informatiecampagnes gestart en het kabinet wil certificaten promoten voor computerprogramma’s en elektronische apparaten. Dan weten gebruikers of het voldoende beschermd is tegen hackers.
In de cyberagenda van het kabinet staat dat de ‘weerbaarheid’ van Nederland achterblijft ten opzichte van de ontwikkeling van de dreiging van cybercrime.
Het kabinet trekt daarom jaarlijks 95 miljoen euro extra uit voor cyberveiligheid. Dit wordt onder andere geïnvesteerd in systemen om tegenaanvallen uit te voeren. De laatste jaren zijn volgens De Telegraaf verschillende hackpogingen geslaagd. Zo zijn bijvoorbeeld multinationals en onderzoeksinstellingen in de energie-, hightech-, en chemische sector het slachtoffer geworden van digitale spionage. In het interview met De Telegraaf zaterdag gaat minister Grapperhaus nader in op de cyberagenda. Zo vertelt hij onder andere over hackende Noord-Koreanen, maar ook over de vraag om extra budget voor de politie.