Niet iedereen is toe aan de participatiesamenleving
Wijken met veel arme en weinig actieve bewoners zullen in een participatiesamenleving steeds verder afglijden als de overheid zich terugtrekt. Dit blijkt uit een onderzoek onder duizend burgers door TNS Nipo.
TNS Nipo onderzocht of burgers bereid zijn bepaalde taken te vervullen, van het opruimen van de rommel op straat en het onderhoud van openbaar groen, tot het verzorgen van buren, vrienden of familieleden. Hieruit blijkt dat veel mensen al voor elkaar en de omgeving zorgen, vooral in buurten waar veel onderling contact is. Maar weinig burgers blijken daar bovenop zin te hebben in het opruimen van hondenpoep, het corrigeren van hangjongeren en het legen van prullenbakken.
De bereidheid in een buurt om een steentje bij te dragen hangt af van de bevolkingssamenstelling. In hun onderzoek onderscheiden de onderzoekers vier soorten wijken: met actieve welgestelden, passieve welgestelden, actieve armen en passieve armen. In elk van die wijken moeten de mensen op een andere manier gemotiveerd worden hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Vooral het aantal actieve mensen in een wijk maakt het verschil. Of de bewoners welgesteld zijn of niet, heeft minder invloed. In een wijk waar veel passieve mensen wonen, kan de overheid zich dus niet zomaar terugtrekken, waarschuwen de onderzoekers. De buurt kan dan nog verder afglijden.
Lees verder: tns-nipo.com