Forensisch experts van de politie gaan werken met een nieuw instrument op de plaats delict. Het gaat om de eind vorig jaar gepresenteerde DNA Succesmeter. Hiermee kunnen forensisch onderzoekers op basis van NFI-data bepalen welke sporen ze insturen voor forensisch onderzoek.
De nieuwe methode moet er volgens het Nederlands Forensisch Instituut voor zorgen dat de juiste sporen worden onderzocht op een plaats delict. Bovendien wordt op deze wijze bespaard op schaarse onderzoekscapaciteit. De DNA Succesmeter is ontwikkeld door het NFI, de politie, het Openbaar Ministerie en de Hogeschool van Amsterdam. Volgens de HvA zijn de juiste herkenning, selectie en bemonstering van DNA-sporen(dragers) vanaf een plaats delict cruciaal in de opsporing en vervolging van misdrijven. De DNA Succesmeter kan ten behoeve van deze selectie door forensisch onderzoekers worden geraadpleegd door, met behulp van big data-analyse, kennis aan te bieden over de resultaten van DNA-onderzoek uit het verleden. Dit moet volgens de bedenkers leiden tot een objectieve, kennisgedreven besluitvorming die resulteert in betere en effectievere selectie van DNA-sporen ten behoeve van waarheidsvinding. Zij zijn in juli 2017 gestart met het project en hebben dat in december 2018 afgerond. Nu is de ontwikkeling zo ver dat deze in de praktijk kan worden toegepast.