Advocaten twijfelen aan legitimiteit EncroChat-hack
Doordat justitie en politie maandenlang versleutelde berichten van de dienst EncroChat konden lezen, zijn talloze criminelen opgepakt. 46 van hun advocaten onderzoeken nu of het hacken van de berichtendienst wel legitiem was, omdat er geen goedkeuring aan gegeven is door een Nederlandse rechter.
Woensdag vroegen de advocaten aan de rechtbank van Amsterdam duidelijkheid aan het Openbaar Ministerie over de kwestie. Tot nu toe stelde het OM altijd dat de Franse justitie verantwoordelijk was voor de hack van de in Frankrijk aangetroffen EncroChat-server en dat een Franse rechter daarvoor toestemming had gegeven. Toetsing door een Nederlandse rechter zou daarom niet nodig zijn. De advocaten menen echter dat het Nederlandse OM een veel grotere rol heeft gespeeld, dan tot nu toe werd beweerd. Dit zou gebeurd zijn in het zogenoemde Joint Investigation Team. Die samenwerking leverde de Nederlandse politie zo’n 20 miljoen berichten van criminelen op. Een Nederlandse rechter heeft wel toestemming gegeven om deze berichten voor opsporing te gebruiken. Dat is voor de advocaten van de opgepakte criminelen niet voldoende. Die wijzen op een document van de Britse National Crime Agency (NCA), waarin staat dat bij de hack van EncroChat gebruik is gemaakt van software die ontwikkeld is door het JIT. Dat kan erop wijzen dat Nederland een grotere rol heeft gespeeld, dan het OM wil toegeven. In dat geval zouden Nederlandse rechters wel de legitimiteit van de hack moeten toetsen, voordat de onderschepte berichten in strafzaken als bewijs mogen worden gebruikt. De advocaten hebben de rechtbank verzocht om personen te horen die direct betrokken waren bij het hacken van EncroChat.