Volgens een trendanalyse van de Amsterdamse politie maken Albanese criminelen de dienst uit in de zware georganiseerde misdaad in de hoofdstad. Ze maken zich vooral schuldig aan grootschalige internationale handel in cocaïne, waarmee zij ook in de rest van het land en in de buurlanden actief zijn.

De Albanezen gaan over de import van harddrugs uit Zuid-Amerika, de overslag via de haven van Rotterdam en de verdere distributie naar verschillende Europese landen. De coördinatie vindt plaats in Amsterdam. Volgens de politie worden de bendes steeds groter en leggen zij zich ook vaker toe op andere vormen van misdaad, zoals mensensmokkel en vermogensfraude. Hierbij wordt geweld met vuurwapens niet geschuwd. Deze wapens worden geïmporteerd uit onder andere Oekraïne, Syrië, Mali, Libië en Rusland.
Vooral bij de handel in cocaïne wordt erg veel geweld gebruikt. Jonge Amsterdammers schieten elkaar in opdracht overhoop. Zij opereren volgens de politie via een uitgebreid netwerk van tussenpersonen en uitvoerders.

Cybercrime
Uit de trendanalyse blijkt ook dat cybercrime in Amsterdam veel slachtoffers maakt. Ruim een achtste van de inwoners heeft ermee te maken gehad. De kans om slachtoffer te worden van cybercrime is inmiddels groter dan dat men een fiets kwijtraakt in de hoofdstad. De meest voorkomende vormen zijn hacken en het ‘gijzelen’ van computers met ransomware. Intussen schermen de cybercriminelen zich steeds beter af, wat de opsporing bemoeilijkt. Toch laten ze volgens de politie ook vaak veel digitale sporen na.