Het gerechtshof in Den Haag heeft de door de rechtbank opgelegde straf voor de 33-jarige Rotterdammer Jaouad A. in hoger beroep verdubbeld tot 8 jaar. De verdachte zou een terroristische aanslag voorbereiden. Omdat die dreiging nog steeds aanwezig is wil het gerechtshof de maatschappij langer tegen hem beschermen.

Het gerechtshof zegt zwaarder te tillen aan de beveiliging van de samenleving – met name vanwege het gevaar voor herhaling – en ging daarom mee in de strafeis van het Openbaar Ministerie, dat A. voor acht jaar achter de tralies wil. Het gebeurt zelden dat voor dergelijke zaken een zo zware straf wordt opgelegd, maar volgens Justitie is deze zaak niet te vergelijken met andere terreurzaken. Men gaat ervan uit dat de jihadist uit is op het zaaien van dood en verderf. Zo was hij in het bezit van een kalasjnikov en munitie waarmee hij veel slachtoffers had kunnen maken. Dit werd voorkomen dankzij tijdig ingrijpen van de politie en de AIVD. Die vielen 7 december 2016 zijn woning binnen, waarbij behalve het machinegeweer ook veel verboden vuurwerk werd aangetroffen. Het was genoeg om een bom van te maken. De handleiding hiervoor stond op de computer van de verdachte, evenals extremistisch propagandamateriaal van onder meer IS.
Volgens het Haagse gerechtshof was de verdachte geradicaliseerd en trof hij voorbereidingen voor het plegen van een aanslag. Als doelwit noemde hij het Turkse consulaat in Rotterdam tijdens een afgeluisterd telefoongesprek. A. ontkent alles. Hij verklaarde dat hij elke ochtend om vijf uur opstond om in de haven te gaan werken en dat hij dat niet zou doen als hij een aanslag zou willen plegen, waarbij hij waarschijnlijk om het leven zou komen. De rechter vond de verklaringen van politie en justitie echter overtuigend genoeg om de strafeis van het OM te honoreren.