Geen strafzaak wegens lekken geheime justitiegegevens
De aangifte in 2018 door het ministerie van Justitie en Veiligheid van schending van de geheimhoudingsplicht in de WODC-kwestie zal niet leiden tot een strafzaak. Het onderzoek door de rijksrecherche was bedoeld om te proberen de bronnen te achterhalen van waaruit vertrouwelijke informatie was gelekt.
Het onderzoek geeft volgens het Openbaar Ministerie geen aanleiding een of meer concrete personen aan te wijzen als verdachte. Om die reden heeft de officier van justitie bij het Landelijk Parket besloten de zaak te sluiten.
Afluisteren
Zowel de aangever als drie getuigen die zijn gehoord zijn geïnformeerd over de beslissing. Deze getuigen zijn door de rijksrecherche ook op de hoogte gebracht van het kortstondig afluisteren van hun telefoongesprekken. Met toestemming van de rechter-commissaris is tweemaal hun telefoon getapt voor de duur van respectievelijk 6 en 14 dagen. Dit gebeurde onder andere bij onderzoeker Marianne van Ooyen, die had verteld dat zij onder druk van het ministerie van Justitie en Veiligheid de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek moest aanpassen. Zij was echter niet betrokken bij het lekken van de vertrouwelijke notitie, waarnaar het ministerie door de Rijksrecherche strafrechtelijk onderzoek wilde laten uitvoeren.