Gemeente Utrecht presenteert rapport over tramaanslag
Burgemeester Jan van Zanen van Utrecht presenteert vandaag samen met politie, het Openbaar Ministerie en de Veiligheidsregio Utrecht een rapport over het optreden van de crisisorganisatie rond de tramaanslag, die 18 maart plaatsvond en aan vier mensen het leven kostte.
In het rapport wordt onder andere beschreven hoe de hulpdiensten hebben samengewerkt en hoe de communicatie verliep tijdens de ernstige crisissituatie, die er zelfs even toe geleid heeft dat de NCTV het hoogste dreigingsniveau (5) afkondigde. Die dag liep feitelijk iedereen op straat het risico om doodgeschoten te worden door de voortvluchtige Gökmen T. Daarom werd de bevolking geadviseerd om binnen te blijven. De overheid ging ervan uit dat de moorden in de tram met een terroristisch oogmerk waren gepleegd en zette de Dienst Speciale Interventies in om de verdachte zo snel mogelijk op te sporen. Aan het begin van de avond werd de verdachte gearresteerd en komende maandag moet hij opnieuw voor de rechter verschijnen. Utrecht wilde de verschrikkelijke gebeurtenis benutten om het optreden van de veiligheidsdiensten te optimaliseren en liet daarom het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement onderzoek uitvoeren.
Verbeterpunten
Over het algemeen was het COT positief over hoe de gemeente en de hulpdiensten hebben opgetreden, maar er zijn ook verbeterpunten. Zo is het belangrijk om bij een advies om binnen te blijven ook te vertellen hoe lang dit geldt, wat de noodzaak is en voor welk gebied het geldt. Dan is de kans groter dat mensen het advies ook opvolgen. Ook de betekenis, rolverdeling en communicatie van het afkondigen van dreigingsniveau 5 kan beter, vindt het COT. Van enkele organisaties bleek de informatiebehoefte onvoldoende tijdig onderkend. In crisissituaties blijft het dan ook lastig om gezamenlijk een eenduidig beeld van de situatie te krijgen. Gekeken wordt hoe dit beter kan, door de communicatie tussen de verschillende crisisteams te verbeteren.