TIB: Minder afluisterverzoeken AIVD en MIVD onrechtmatig
De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) heeft in het tweede jaar dat de zogenoemde sleepwet actief is minder afluisterverzoeken van de AIVD en MIVD als onrechtmatig moeten beoordelen. Dat meldt de toezichthouder in een beknopte versie van het tweede jaarverslag.
De sleepwet, officiee de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), is van kracht sinds mei 2018. De TIB is ingesteld om te beoordelen of de regering rechtmatig toestemming geeft voor de inzet van bijzondere bevoegdheden van de geheime diensten AIVD en MIVD. In de periode van 1 april 2019 tot 1 april 2020 toetste de TIB in totaal 2355 verzoeken van de AIVD en de MIVD tezamen. Bij 1,7 procent van de verzoeken van de AIVD werd geoordeeld dat de toestemming onrechtmatig was verleend. Voor wat betreft de verzoeken van de MIVD was dat bij 3,1 procent van de verzoeken het geval.
Daling
Voor beide diensten is het aantal onrechtmatigheden gedaald ten opzichte van de periode 1 mei 2018 tot 1 april 2019, toen de toestemming voor 4,5 procent van de AIVD-verzoeken en voor 5,8 procent van de MIVD-verzoeken als onrechtmatig is beoordeeld. In een zeer beperkt aantal gevallen heeft de TIB zich onbevoegd verklaard om te oordelen over verzoeken van de AIVD, omdat die moesten worden voorgelegd aan de rechtbank Den Haag op grond van artikel 30 van de Wiv 2017.
Bevindingen en conclusies
De kwaliteit van de verzoeken van de AIVD is sinds de start van de TIB aanzienlijk verbeterd, concludeert de toezichthouder. Deze stijgende lijn zette zich ook gedurende de afgelopen toetsingsperiode door. Aandachtspunten die tot op heden (gedeeltelijk) blijven bestaan met betrekking tot de verzoeken van beide diensten zijn onder andere de juistheid van de in de verzoeken opgenomen informatie, de inzet van bijzondere bevoegdheden op verzoek van het buitenland en de beschrijving van de technische hulpmiddelen en technische risico’s bij digitaal binnendringen, met name waar het binnendringen van derden en/of non-targets betreft. Met betrekking tot dit laatste punt heeft de TIB aandacht gevraagd voor de onderbouwing van de noodzaak om ongericht gegevens te verwerven en de (on)mogelijkheid om de verworven gegevens op het eerst mogelijke moment terug te brengen tot de voor het onderzoek noodzakelijke gegevens.
Het volledige verslag is hier te lezen.