Verzekeraars uiten zorgen over brandbaar isolatiemateriaal

Het Verbond van Verzekeraars maakt zich grote zorgen over het toenemende gebruik van brandbare isolatiematerialen in gebouwen. Om aan de hoogste klimaatstandaarden te voldoen wordt nu veelal gekozen voor brandbare kunststof isolatiematerialen, bijvoorbeeld EPS, PUR en PIR. Het Verbond pleit voor beter toezicht en striktere normen.

Verzekeraars kunnen aan de hand van schadeclaims en gegevens over de inzet van de stichting Salvage bij (grote) calamiteiten in kaart brengen waar en wanneer branden plaats vinden. Jaarlijks is er brandschade bij 1 op de 67 woningen. Waar het aantal branden bij particuliere huishoudens licht daalt, stijgt helaas het aantal grote bedrijfsbranden van 1 miljoen euro schade of meer (in 2016 waren dat 150 branden met een totaal schadebedrag van 470 miljoen euro). Ook het aantal branden bij zorginstellingen stijgt (van 92 in 2015 naar 134 in 2016).

Brandbare materialen
Eén van de oorzaken van de stijgende brandschadelast is het veelvuldig gebruik van brandbare materialen. Goede brandpreventie gaat veel verder dan alleen de toegepaste constructiematerialen, maar brandbare materialen zorgen er wel voor dat branden zich sneller kunnen uitbreiden dan gewenst. Dat betekent dat het moeilijker is om te vluchten en om de gevolgen van een brand te beperken (blussen). De brand in de Londense Grenfell Tower in juni 2017, die veel slachtoffers eiste als gevolg van gebruik van goedkoop isolatiemateriaal, is daar een triest voorbeeld van. In Nederland zijn er de laatste jaren ook de nodige incidenten geweest met brandbaar isolatiemateriaal – naast huizen en bedrijven zijn er ook branden geweest in een ziekenhuis en scholen, blijkt uit een inventarisatie onder brandverzekeraars.

Verbeterslagen noodzakelijk
Bij nieuwbouw en renovatie moeten flinke verbeterslagen worden gemaakt. Verzekeraars vinden dat bij de bouw, daar waar mogelijk, alleen onbrandbare constructiematerialen zouden moeten worden gebruikt. Dat moet dan in elk geval gelden voor de hoofddraagconstructie, de gevel, daken en wanden – inclusief isolatiemateriaal. Het Verbond vindt dat het gebruik van schuimkunststof isolatiematerialen moet worden vermeden en adviseert Eurobrandklasse A toe te passen.
Daarnaast zien verzekeraars een effectief middel in automatische blusinstallaties en compartimenteringen van (grotere) gebouwen met brandscheidingen die een brandwerendheid hebben van minimaal 60 tot 240 minuten, afhankelijk van de bestemming van het pand en de vuurbelasting. Extra aandacht – en technische specificaties en normen – zijn nodig voor zelfsluitende deuren, elektra, glas, verdiepingsvloeren en leiding- en kabel-schachten.

Extra aandacht voor seniorencomplexen
De problematiek omtrent brandbaar isolatiemateriaal geldt voor alle gebouwen, maar al helemaal voor bijvoorbeeld seniorencomplexen waar de zelfredzaamheid van bewoners laag is. Verzekeraars dringen er bij de overheid sterk op aan om in een nieuw Bouwbesluit hier extra rekening mee te houden. Het Verbond vindt het een goed teken dat de Tweede Kamer onlangs een motie heeft aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen om mogelijke brandveiligheidsproblematiek van deze complexen in kaart te brengen en de brandveiligheid waar nodig te verbeteren.

Deel dit artikel via: