Nieuwste versie VRKI schept duidelijkheid
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CVV) heeft op 16 juli jl. de aanpassingen in de Verbeterde Risicoklassenindeling (VRKI) officieel gepubliceerd, waardoor dit document kan worden toegepast door alle beveiligingsbedrijven in Nederland. Daarmee komt een eind aan de situatie dat in principe alleen Borg beveiligingsbedrijven de VRKI mochten uitvoeren.
Nieuwste versie van de Verbeterde Risicoklassenindeling (VRKI) schept duidelijkheid in beveiligingsbranche aldus de Vereniging Europese Beveiligingsbedrijven (VEB) in een bericht aan Beveiliging Nieuws. Na een jarenlange discussie over de oneigenlijke koppeling tussen Borg en de VRKI, is daar gelukkig een einde aan gekomen. De VRKI juli 2012 sluit aan op een markt waarin verschillende partijen gebruikmaken van het instrument VRKI. De verwijzingen naar het certificatieschema BORG Beveiligingsbedrijf: 2005 zijn verwijderd. Daarnaast is een informatieve bijlage opgenomen over het belang van certificatie en het verschil tussen BORG en VEB. De attractiviteitslijst is niet gewijzigd.
De VRKI is nu een neutraal document en kan worden toegepast door alle beveiligingsbedrijven in Nederland. De VRKI wordt beheerd door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Voor een goed beheer van de documenten maakt het CCV gebruik van het deskundigenpanel VRKI, waarin deskundigen van het Verbond van Verzekeraars, de Uneto-VNI, de VEB, Certificatie-instellingen en het CCV zijn vertegenwoordigd. De VEB had als deelnemer aan de klankbordgroep VRKI al jaren het standpunt dat de VRKI een openbaar en neutraal document zou moeten zijn.
“Wij zijn verheugd dat er in de VRKI geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen Borg en niet-Borg bedrijven,” zegt Paul van de Velde, voorzitter van de Vereniging Europese Beveiligingsbedrijven. “Dit geeft duidelijkheid voor zowel zakelijke als particuliere klanten van beveiligingsbedrijven en verzekeraars.”
De Verbeterde Risicoklassenindeling is een meetinstrument om het inbraakrisico van woningen, scholen en bedrijfspanden te bepalen. Aan de hand van het inbraakrisico kan vervolgens worden vastgesteld welk soort preventiemaatregelen getroffen moeten worden en van welke zwaarte die moeten zijn. De inbraakgevoeligheid van woningen wordt bepaald door de aanwezigheid van – voor inbrekers – attractieve zaken van de inboedel. De inbraakgevoeligheid van bedrijven wordt bepaald door de aanwezigheid van de soort attractieve goederen en inventaris, de (verzekerde) waarde ervan en onder welke omstandigheden de goederen aanwezig zijn, zoals voor eigen gebruik, in winkel/showroom of in een magazijn. In een zogenaamde beveiligingsmatrix wordt aangegeven welke beveiligingsmaatregelen er bij welke risicoklasse behoren.
De VRKI juli 2012 is ingegaan op 16 juli 2012 en vervangt de bestaande VRKI versie januari 2012.
Link: www.hetccv.nl/dossiers/Risicoklassenindeling