OM-topman wil hogere straf voor doodslag
Het verschil tussen moord en doodslag is 15 jaar cel. Dat is te groot, zegt OM-topman Gerrit van der Burg in een interview met Trouw. Vooral omdat het tijdens strafzittingen vaak niet duidelijk is of er nu sprake is van moord óf doodslag, waardoor de verdachte mogelijk ten onrechte een veel lagere straf krijgt.
Bij een beschuldiging van moord dient de aanklager te kunnen bewijzen dat de verdachte planmatig te werk is gegaan. Dus dat de dood van het slachtoffer het doel is geweest. In dat geval kan een maximale straf van 30 jaar cel worden opgelegd. Anders is sprake van doodslag, waarvoor de maximale gevangenisstraf 15 jaar is. Doodslag kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een uit de hand gelopen ruzie. Volgens Gerrit van der Burg, voorzitter van het college van procureurs-generaal, is het in de praktijk erg moeilijk om te bewijzen dat iemand een ander met voorbedachte rade van het leven heeft beroofd. Daardoor kreeg bijvoorbeeld de ex-vriend van de 16 jarige Rotterdamse scholiere Hümeyra ‘slechts’ 14 jaar cel voor het doodschieten van zijn vriendin, terwijl deze daad toch alle schijn van een executie had. Het OM ging daarom in hoger beroep.
Merkwaardig
Verschillende topjuristen, waaronder minister Grapperhaus van Justitie & Veiligheid, delen de mening van Van der Burg. Het is toch merkwaardig dat er geen sprake is van voorbedachte rade als iemand met een pistool op zak naar een school gaat en daar op zijn ex-vriendin gaat schieten. Vijftien jaar cel is volgens velen dan toch een veel te lichte straf. In andere landen telt ook mee waarom iemand een ander doodt, maar in Nederland speelt dat geen rol. Behalve dus als bewezen kan worden dat de daad planmatig is gepleegd. Minister Grapperhaus werkt nu aan een wetsvoorstel om in bepaalde gevallen de straf op doodslag te kunnen verhogen, maar wat de maximale straf uiteindelijk gaat worden is nog niet duidelijk. Tussen 2006 en 2018 zijn er 345 veroordelingen voor moord en 688 veroordelingen voor doodslag uitgesproken.