Onderzoeksraad wil wettelijke basis voor Bewaken en Beveiligen
In de periode 2018 tot 2021 konden in Amsterdam aanslagen plaatsvinden op de broer, de toenmalige advocaat en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces. Reden voor de Onderzoeksraad voor Veiligheid om onderzoek te doen. 5 maart is dit naar buiten gebracht.
De drie slachtoffers, Reduan B., Derk Wiersum en Peter R. de Vries, waren in beeld bij de organisaties binnen het stelsel Bewaken en Beveiligen, omdat ze volgens het OM en de politie alle drie bedreigd werden door hetzelfde criminele samenwerkingsverband. Het onderzoek geeft de feitelijke beveiligingssituaties weer van de drie slachtoffers. De Onderzoeksraad heeft gekeken naar de factoren die van invloed waren op de (totstandkoming van de) beveiligingssituaties en trekt lessen voor verbetering van een aantal aspecten voor toekomstige beveiligingssituaties.
De Raad is door de minister van Justitie en Veiligheid gevraagd dit onderzoek te doen. De Raad heeft dit onderzoek uitgevoerd vanuit zijn onafhankelijke positie op basis van de Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Een passende aanpak is noodzakelijk om de beveiliging van ernstig bedreigde personen effectief te waarborgen, aldus de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Het huidige stelsel Bewaken en Beveiligen moet beter worden voorbereid en uitgerust om de dreiging van zware, georganiseerde criminaliteit adequaat te kunnen beoordelen en beveiligingsmaatregelen te kunnen nemen.
Gevoel van onveiligheid in de samenleving
Het rapport, getiteld ‘Bewaken en beveiligen: Lessen uit drie beveiligingssituaties‘, werd dinsdag 5 maart gepresenteerd naar aanleiding van aanslagen op Reduan, de broer van een kroongetuige, advocaat Derk Wiersum en journalist Peter R. de Vries, die fungeerde als vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces.
De aanslagen, die plaatsvonden tussen 2018 en 2021, hebben niet alleen onmetelijk leed veroorzaakt bij de nabestaanden, maar ook een gevoel van onveiligheid in de samenleving teweeggebracht. De slachtoffers waren allen bekend bij de organisaties binnen het stelsel Bewaken en Beveiligen, omdat zij werden bedreigd door dezelfde criminele organisatie. Ondanks deze dreiging waren er tekortkomingen in de beveiligingsmaatregelen voor de slachtoffers.
Aanbevelingen
Eén van de voornaamste aanbevelingen van de Onderzoeksraad is het creëren van een wettelijke basis voor het stelsel Bewaken en Beveiligen, waarin de rechten en plichten van zowel de te beveiligen personen en hun werkgevers als de overheid worden vastgelegd. Dit omvat ook de oprichting van een onafhankelijke beroepsinstantie binnen het stelsel.
Daarnaast pleit de Onderzoeksraad voor het centraliseren van het gezag voor Bewaken en Beveiligen op landelijk niveau, om de toegang tot noodzakelijke informatie te waarborgen en de focus te leggen op deze specifieke taak. Ook moet er meer aandacht worden besteed aan het delen van informatie tussen verschillende instanties om de veiligheid van bedreigde personen te waarborgen.
Gecoördineerde en doortastende aanpak nodig
Het rapport benadrukt verder de noodzaak om de beveiligingssituaties regelmatig te evalueren en de ervaringen en lessen hieruit te gebruiken om het stelsel te verbeteren. Dit omvat ook het betrekken van te beveiligen personen bij de evaluatie en het eventueel aanpassen van wet- en regelgeving op basis van de resultaten.
Al met al is het duidelijk dat een gecoördineerde en doortastende aanpak nodig is om de veiligheid van ernstig bedreigde personen te waarborgen binnen het stelsel Bewaken en Beveiligen. De aanbevelingen van de Onderzoeksraad vormen een belangrijke stap naar een effectiever en rechtvaardiger beveiligingssysteem voor personen in risicovolle situaties.