Politie wil niet dat alle boa’s gewapend worden
Steeds vaker vragen boa’s om een uitbreiding van hun uitrusting met een wapenstok en pepperspray. De politie ziet dit echter niet zitten, zo blijkt uit de maandag naar de Tweede Kamer gestuurde notitie ‘Boa en politie, niet naast elkaar maar met elkaar’. De politie wil beter samenwerken, maar wel het geweldsmonopolie behouden.
Wat de politie betreft krijgen buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) geen wapens. De boa’s vinden op hun beurt echter dat zij niet voldoende middelen hebben om de orde te handhaven en zichzelf te verdedigen. Zeker niet als met oud en nieuw op verschillende plaatsen het vuurwerkverbod gehandhaafd moet worden. Ze vrezen daarbij veel geweld over zich heen te krijgen.
Uitzonderingen
Voor sommige boa’s gelden uitzonderingen. Bijvoorbeeld als zij in buitengebieden werken waar het lang kan duren voordat de politie assistentie kan verlenen. Maar voor boa’s in de stad vindt de politie bewapening niet noodzakelijk. Wel is toegezegd dat beter samengewerkt gaat worden. Boa’s krijgen uitgebreider toegang tot politie-informatie en kantoren van de politie. In Nederland zijn op het moment ongeveer 23.700 boa’s actief in onder andere gemeenten en het openbaar vervoer. Ruim 4000 boa’s beschikken over handboeien en enkele honderden hebben een wapenstok, pepperspray of een vuurwapen. Daarnaast wordt gepleit voor een algemene invoering van een bodycam.
De notitie ‘Boa en politie, niet naast elkaar maar met elkaar’ is hier te downloaden.