Privacywaakhond moet algoritmes gaan controleren
De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt volgend jaar de taak om te controleren of algoritmes niet leiden tot discriminatie en willekeur. De overheid trekt daar 3,6 miljoen euro per jaar voor uit. Experts vragen zich echter af of de AP deze taak aankan en of dit werk wel bij de privacywaakhond thuishoort, schrijft NU.nl.
Slimme algoritmes worden onder andere gebruikt om fraude op te sporen. Dat werkt niet altijd even goed. Zo gebeurde het in het dat mensen van fraude werden verdacht omdat zij in een buurt met veel fraudeurs woonden. De AP moet nu gaan controleren of algoritmes niet tot discriminatie of willekeur leiden, maar experts wijzen erop dat de organisatie nu al het werk niet aan kan, waardoor veel klachten over privacy-schendingen niet behandeld kunnen worden.
Machtsmisbruik
Corien Prins, hoogleraar Recht en Informatisering en voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR), vindt de controle van algoritmes niet thuishoren bij de AP, omdat ze lang niet altijd betrekking hebben op persoonsgegevens. Ze kunnen ook misbruikt worden voor marktverstoring en machtsmisbruik en voorkoming daarvan is niet het werk van de privacywaakhond. Hoogleraar privacy Bart Schermer denkt er ook zo over. De AP weet volgens hem niets over algoritmes in vliegtuigonderdelen of medische apparatuur. Daarbij komen ze nauwelijks toe aan handhaving van de AVG. De AP zelf zegt dat de nieuwe taak los staat van toezicht op de privacyregelgeving. Men verwacht dat met de 3,6 miljoen euro per jaar de capaciteit in voldoende mate uitgebreid kan worden. En als algoritmes van bijvoorbeeld vliegtuigonderdelen gecontroleerd moeten worden, zal dat gebeuren in samenwerking met externe toezichthouders.