Proef met particuliere recherche krijgt vervolg
Volgens staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie weten particuliere onderzoeksbureaus, politie en Openbaar Ministerie elkaar beter te vinden als ze elkaar beter leren kennen. Dit blijkt uit de proef waarbij de partijen gaan samenwerken om criminaliteit aan te pakken.
Negen gecertificeerde recherchebureaus met een keurmerk van de Nederlandse Veiligheidsbranche deden mee aan de proef met een gezamenlijke aanpak tegen horizontale fraude. Uit de proef blijkt dat onderzoeksbureaus een belangrijke rol kunnen vervullen bij de opsporing van horizontale fraude in strafzaken. Teeven kondigde recent aan dat de proef een vervolg krijgt om de mogelijkheden van de samenwerking op het terrein van fraude verder te onderzoeken.
De proef in de periode van 1 mei 2012 tot 30 april 2013 vond plaats in vier regio’s en richtte zich op een beperkt aantal delicten. Onder horizontale fraude vallen vormen van criminaliteit als ladingdiefstal, phishing, diefstal bij bedrijven door eigen personeel en heling. Horizontale fraude leent zich volgens Teeven goed voor een gezamenlijke aanpak door burgers, bedrijven en overheid. Particuliere onderzoeksbureaus, die in opdracht en voor rekening van bedrijven onderzoek doen naar fraude, hebben namelijk de expertise om onderzoek te doen naar frauduleuze praktijken die niet altijd zichtbaar zijn voor de politie en het OM.
Uit het rapport ‘Particulier onderzoek in strafzaken’ van de Nederlandse Veiligheidsbranche bleek destijds dat bedrijven weinig aangifte doen bij de politie als er horizontale fraude wordt geconstateerd door onderzoeksbureaus. Ook krijgen aangiften van horizontale fraude bij de politie onvoldoende opvolging. Staatssecretaris Teeven en de Nederlandse Veiligheidsbranche hebben een gezamenlijk plan gemaakt om te onderzoeken hoe samenwerking kan bijdragen aan verbetering van de bestrijding van horizontale fraude. In het plan is bijvoorbeeld afgesproken dat particuliere onderzoeksbureaus bij onderzoek naar fraude vroegtijdig naar de politie stappen om af te spreken aan welke voorwaarden hun onderzoeksdossier moet voldoen. Als deze dossiers vanuit het oogpunt van de rechtshandhaving in orde zijn, kunnen zaken na afronding van het particuliere onderzoek gemakkelijk worden opgevolgd door de politie. Die hoeft verdachten dan alleen nog maar te confronteren met de resultaten van het particuliere onderzoek.