Schipholrovers moeten 4,8 miljoen aan staat betalen
Het gerechtshof Amsterdam heeft vrijdag besloten dat drie verdachten van de diamantroof op Schiphol in 2005, samen met de voormalige vriendin van een overleden verdachte, in totaal ruim 4,8 miljoen euro aan justitie moeten betalen. Dit bedrag zou zijn verdiend met de grootste diamantroof in de Nederlandse geschiedenis, waarbij de buit een waarde van 72 miljoen dollar vertegenwoordigde. Daarvan is 43 miljoen dollar nog altijd spoorloos.
Het Openbaar Ministerie had een bedrag van ruim 4,6 miljoen euro geëist van de twee uitvoerders Marlon D. en Errol H.V., de corrupte Schiphol-medewerker Ramazan N., en ex-vriendin Esther S. van een overleden kopstuk van de bende, August ‘De Lange’ W. Errol H.V. moet het hoogste bedrag betalen, namelijk drie miljoen euro, terwijl Esther S. 270.000 euro moet betalen.
De rovers zouden nog zo’n veertig miljoen euro aan diamanten en sieraden in bezit moeten hebben, maar justitie vorderde ‘slechts’ ruim 4,6 miljoen euro. In 2021 werden de verdachten al in hoger beroep veroordeeld tot straffen tot 9,5 jaar cel.
Film
Op 6 februari werd de voortvluchtige Errol H.V. door de Spaanse politie op Ibiza gearresteerd. Hij was vrijgelaten in afwachting van het hoger beroep en moet nog zes jaar gevangenisstraf uitzitten. Marlon D. was al in december gearresteerd. Ramazan N., de corrupte medewerker van Schiphol, zat al vast. Esther S., de vierde verdachte, was de voormalige vriendin van de inmiddels overleden August W., die samen met H.V. het brein achter de overval vormde.
Tijdens de zitting rond de ontnemingsvordering in maart verklaarde Errol H.V. dat hij het gevorderde bedrag graag wil terugbetalen. Hij suggereerde dat dit mogelijk zou zijn met de opbrengst van een film over de roof. Hij beloofde ook meer duidelijkheid te geven over de buit in de toekomst.
Het hof matigde in alle zaken de betalingsverplichting met 5.000 euro in verband met een overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen een zaak moet zijn afgehandeld. In de persoonlijke omstandigheden van de betrokkenen ziet het hof in geen van de zaken aanleiding de betalingsverplichting verder te matigen.