‘Tekort aan beveiligers maakt veranderingen noodzakelijk’
Het grote tekort aan beveiligers maakt een flexibele inzet belangrijker dan ooit. Verouderde wetgeving blijft dat echter moeilijk maken, stelt directeur Leon Vincken van de Vereniging Beveiligingsorganisaties Nederland (VBe NL). Welke veranderingen zijn dringend nodig?
Vincken stelde de kwesties recent nog eens aan de orde binnen MKB-Nederland en VNO-NCW. Bij zijn brancheorganisatie zijn zo’n 200 particuliere beveiligingsbedrijven aangesloten, die zich met name richten op evenementen en horeca. Juist in die sectoren is sprake van een sterk wisselende vraag naar beveiligers, waaraan met vaste medewerkers moeilijk is te voldoen. De voormalige CNV-bestuurder en adviseur bij MKB Nederland zegt dat het huidige tekort aan arbeidskrachten alleen te verminderen is met flexibele contracten. Onlangs hebben we hierover nog spoedoverleg gehad met de politie. Verder zijn we druk bezig met de SER-afspraken over flexibele contracten. Onze leden zijn in hoge mate afhankelijk van ad hocwerk. We kunnen niet van tevoren zeggen: we hebben dit jaar zoveel beveiligers nodig. Het is een markt waar we ook afhankelijk zijn van het veiligheidsgevoel van onze klanten. De ene dag wil een klant één beveiliger, de volgende dag zijn dat er misschien twee of drie na een incident. De vraag is dus hoe we flexibel kunnen blijven.”
Landelijk register voor beveiligers
Wat ook bijdraagt aan het tekort aan beveiligers is dat de beveiligingspas bedrijfsgebonden is. Als een beveiliger voor meerdere bedrijven wil werken, heeft hij of zij meerdere passen nodig, waarvoor elke keer weer een screening door de politie vereist is. “We willen één nationaal landelijk register voor beveiligers, net zoals dat bestaat voor zorgpersoneel”, zegt Vincken. “En wij vinden dat het tijd is dat het beheer bij de beveiliger zélf komt te liggen. Beveiliging is een vak en onze mensen verdienen een grotere stem over hun eigen professie. Ook zijn we al lange tijd bezig met een nieuwe Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). Die wet loopt nu enorm achter op de realiteit. Zo zijn er strikte regels voor het uitlenen van beveiligingspersoneel aan elkaar. Door onze flexibele manier van werken is dat niet werkbaar. Een andere ambitie die we hebben is om ook verkeersregelaars onder deze wet te laten vallen. Nu vallen we hiervoor nog onder een ander ministerie, terwijl het werk veel gelijkenissen heeft.”
Toekomst
Ondernemers in het veiligheidsdomein willen op belangrijke dossiers gehoord worden door de politiek, stelt Vincken. “Dat heeft voortdurend onze aandacht als branchevereniging. Veel bedrijven en werknemers zien nu dat er spelletjes gespeeld worden en dat is niet goed. Ik denk ook dat een branchevereniging vaak veel goedkoper uit kan zijn door keuzes te maken. Leg de focus op dingen die ertoe doen. En werk aan de binding met je leden. Als een ondernemer tijd vrijmaakt voor overleg, moet je ook echt wat voor hem of haar kunnen betekenen. Brancheverenigingen moeten meer openstaan voor hun leden en naar ze blijven luisteren.”
De directeur van VBe NL geeft tot slot aan wel eens een dagje te willen ruilen met de bestuurder van ‘concurrent’ de Nederlandse Veiligheidsbranche. “Ik ben in veel branches actief geweest in mijn loopbaan. Belangenbehartiging is wat ik het liefste doe. Als ik eens een dagje zou kunnen ruilen met de Nederlandse Veiligheidsbranche, zouden we beiden misschien meer begrip krijgen voor de keuzes die de ander maakt. Het is goed om ook een keer uit de loopgraven te komen.”