VBe NL behoudt dispensatie voor eigen beveiligings-cao
Al enige tijd woedt er een strijd tussen de brancheorganisaties NVB en VBe NL. De eerste hanteert de cao Particuliere Beveiliging en wil deze voor de hele branche algemeen bindend verklaard hebben. VBe NL heeft echter een eigen cao en wil daarom dispensatie behouden. Deze kreeg recent opnieuw goedkeuring van minister Koolmees.
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft zich volgens VBe NL opnieuw zeer duidelijk uitgesproken over de eerder verleende dispensatie op de algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de cao Particuliere Beveiliging (PB). Door deze dispensatie hoeven leden van VBe NL de afspraken van deze cao niet na te leven. VBe NL heeft een eigen cao Beveiliging afgesloten met De Unie. De naam van deze cao is recent veranderd in cao Veiligheidsdomein om verwarring te voorkomen met de cao van de Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB).
Bezwaarschrift
Er was al eerder dispensatie verleend, maar de vakbonden FNV en CNV en de Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB) dienden daar bezwaar tegen in. Zij vinden namelijk dat de leden van VBe NL wel de afspraken van de cao PB moeten volgen. Maar opnieuw zijn alle bezwaren tegen de dispensatie door de minister afgewezen. Hiermee bevestigt de minister volgens VBe NL opnieuw dat de dispensatie terecht is. Het ministerie heeft de bevoegdheid dispensatie te verlenen. Voorwaarde voor dispensatie is wel dat er zwaarwegende argumenten zijn waardoor toepassing van de bedrijfstak-cao redelijkerwijs niet kan worden gevraagd. Beide partijen reageerden schriftelijk, maar het ministerie hield ook hoorzittingen.
Zwaarwegende argumenten
In de uitgebreide brief schrijft de minister: ‘Van zwaarwegende argumenten is met name sprake als de specifieke bedrijfskenmerken op essentiële punten verschillen van de ondernemingen die tot de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de cao gerekend kunnen worden.’ En dat is volgens de minister het geval tussen de bedrijven aangesloten bij VBe NL en die van NVB. In het geval dat de bedrijven aangesloten bij VBe NL wel de afspraken van de cao PB zouden moeten volgen vindt de minister het aannemelijk te denken dat dit voor deze bedrijven wel eens een gevaar voor de bedrijfscontinuïteit kan betekenen. ‘Naleving van de avv-cao PB zou in dit geval betekenen dat de leden van de VBe NL de aard van hun werkzaamheden, de breed-sectorale bedrijfsuitvoering en de hierbij breed-sectoraal inzetbaar personeel zou moeten wijzen’, aldus de minister.
Aannemelijk
De indieners van het bezwaarschrift ontkennen dat, maar schrijft de minister: “VBe NL heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het merendeel van de leden aangesloten bij VBe NL gecombineerde bedrijfswerkzaamheden uitvoert en dus niet louter alleen reguliere beveiliging……De cao PB en de daaronder ressorterende leden van de NVB-ondernemingen zijn uitsluitend gericht op de reguliere beveiliging.’ De minister zegt verder dat de organisatie van de arbeid ‘in hoge mate afwijkt’ waardoor de dispensatie terecht is verleend. Ook de argumentatie van de indieners van het bezwaarschrift dat de dispensatieverlening in strijd zou zijn met de wet wijst de minister af. Het bestaan van een deel A en een deel B in de cao Veiligheidsdomein staat een dispensatie niet in de weg. ‘Ik kom tot het oordeel dat aan partijen bij de cao Beveiliging terecht dispensatie is verleend van de avv bij de cao PB. In dit kader heb ik geoordeeld dat er sprake is van zwaarwegende argumenten waardoor toepassing van de cao PB redelijkerwijs niet kan worden gevergd.’
Zeer tevreden
Directeur Leon Vincken van VBe NL zegt zeer tevreden te zijn met deze uitspraak. “We zijn opnieuw in het gelijk gesteld. Eerder al met de compensatie voor het derde ww-jaar en nu met de dispensatie voor de algemeen verbindend verklaring van de cao PB. Alle bezwaren van de indieners van het bezwaarschrift zijn van tafel geveegd. Goed om ook in de uitspraak terug te zien dat er geen sprake is van een race naar de bodem en dat dit niet strookt met de feiten. De cao Veiligheidsdomein is en blijft een top cao voor werkgevers en werknemers. Het is een zeer duidelijke uitspraak van de minister. Hij erkent het onderscheid tussen onze leden en die van de andere brancheorganisatie. Laat iedereen de uitspraak nu accepteren.”