In verschillende steden hebben voetbalsupporters, boeren en inwoners van volkswijken aangeboden de politie te helpen met het bestrijden van de avondklokrellen. Gemeenten en politie waarderen dit, maar hebben er ook wisselende gedachten over. Het bleef in de nacht van dinsdag op woensdag in ieder geval relatief rustig.

In Breda hadden supporters van NAC zich in de binnenstad verzameld, maar de politie vroeg hen rond 20u om naar huis te gaan. Dat leidde bij enkele van hen tot onbegrip, omdat zij er tenslotte waren om te helpen. In Den Bosch werd de hulp van de supporters van de lokale voetbalclub wel toegestaan. In zelf meegebrachte oranje hesjes gehuld patrouilleerden zij onder begeleiding van de politie door de binnenstad. Ook in Alkmaar, Almelo, Maastricht, Nijmegen en Tilburg gingen supporters op pad om relschoppers te ontmoedigen. Via internet lieten zij de plunderaars weten dat zij beter door de politie dan door hen gevonden kunnen worden.

Rellen voorkomen
De voetbalsupporters hielpen ook bij het opruimen van de troep die de relschoppers hadden veroorzaakt en in ‘s-Hertogenbosch werden mogelijk nieuwe rellen voorkomen, doordat zij jongeren met capuchons op van een winkelcentrum weg hielden. Een wijkagent complimenteerde de supporters en zei met de gemeente te willen kijken hoe de komende dagen op een goede manier met de hulp kan worden omgegaan. Ook was de politie blij met de vele camerabeelden die door burgers werden verstrekt, waarop sommige relschoppers duidelijk herkenbaar in beeld kwamen.
In de wat meer agrarische regio’s boden de boeren hulp aan. Zo stelden zij Zwolle voor om met hun trekkers de toegangswegen af te sluiten om relschoppers van buiten de stad tegen te houden. Ook in Doetinchem gebeurde dat. In beide plaatsen werd de ‘hulp’ echter beleefd geweigerd. Ook minister Grapperhaus zei in Op1 dat hij waardering heeft voor burgers die willen helpen, maar dat handhaving primair een taak van de politie en de marechaussee blijft.