Veel tankopslagbedrijven in de fout
Landelijk leven teveel risicovolle bedrijven de wet- en regelgeving onvoldoende na. Bij een inspectie van 91 tankopslagbedrijven zijn bij 73 bedrijven in totaal 323 zware of lichte overtredingen aangetroffen. In vier gevallen moet onmiddellijk worden ingegrepen om de risicosituatie te beëindigen.
Dit staat in het ‘tussenrapport tankopslag, inspecties van PGS 29 opslagtanks bij BRZO-bedrijven’. Het onderzoek is in opdracht van de ‘Landelijke Aanpak Toezicht Risicovolle Bedrijven’ (LAT RB) verricht. Hierin zitten de BRZO toezichthouders van de Inspectie SZW, veiligheidsregio’s en de Wabo-gezagen.
Aanleiding voor het onderzoek was de vraag of er meer bedrijven zijn met een vergelijkbaar veiligheidsprobleem als het tankopslagbedrijf Odfjell. Het onderzoek brengt in kaart of bedrijven alle maatregelen hebben genomen die nodig zijn om te zorgen voor veilige tankopslag en om de risico’s voor mens en milieu tot een minimum te beperken. Bij de inspecties die nu zijn uitgevoerd (91 van de 116 geselecteerde bedrijven) is zo’n vergelijkbare situatie niet aangetroffen. De tussenrapportage maakt wel duidelijk dat meer aandacht voor de veiligheid bij deze bedrijven bittere noodzaak is. Het rapport moet gezien worden als stimulans voor de bedrijven om tot initiatief te komen of al lopende initiatieven met kracht door te zetten, aanvullend op de handhavingacties van de toezichthouders.
Er zijn verschillende zaken geïnspecteerd die te maken hebben met de veiligheid van tanks: de betrouwbaarheid van de tanks, overvul-beveiliging, explosieveiligheid, blootstelling aan gevaarlijke stoffen en (schuim)blus- en koelinstallaties.
Bij 39 bedrijven zijn zware overtredingen of meerdere lichtere overtredingen vastgesteld. Bij vier van hen waren de overtredingen van dien aard dat de toezichthouder onmiddellijk heeft ingegrepen om de risicosituatie te beëindigen. Bij 34 bedrijven werden één of enkele lichtere overtredingen geconstateerd, 18 bedrijven hadden geen overtreding.
Bedrijven waar een overtreding is geconstateerd, zal de toezichthouder nadrukkelijk volgen en zo nodig ingrijpen om de gewenste verbetering af te dwingen. De toezichthouders zijn van mening dat de beheersing van de risico’s bij deze bedrijven moet verbeteren. De eerste verantwoordelijkheid voor de veiligheidsbeheersing ligt bij de bedrijven zelf. De overheid wil een gerichte aanpak stimuleren. Naast doorzetting van toezicht en handhaving wordt de dialoog met het bedrijfsleven over verbeteringen die zij zelf kunnen doorvoeren in het beheersen van de veiligheidsrisico’s met kracht voortgezet.
De reden om de tussenrapportage nu uit te brengen is om de bedrijven en brancheorganisaties aan te zetten om direct (verdere) actie te ondernemen. De verwachting is dat de eindrapportage begin 2014 gereed is.