Verdachten vaak te snel in voorlopige hechtenis
Het College voor de Rechten van de Mens stelt vast dat rechters vaak te snel besluiten om een verdachte in voorlopige hechtenis te stellen. Als later onschuld blijkt, kan de persoon inmiddels zijn baan en gezin kwijt zijn.
Beslissingen om een verdachte in voorlopige hechtenis te plaatsen worden niet altijd kritisch overwogen en de redenen voor hechtenis zijn vaak onduidelijk. Dit blijkt uit onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens dat hiervoor dossiers bij vier rechtbanken en twee gerechtshoven doorspitte. Vrijheidsbeneming nog voordat een definitieve veroordeling wordt uitgesproken, kan grote maatschappelijke gevolgen hebben voor de verdachte en zijn familie. Het College pleit daarom voor rechterlijke motivering waaruit blijkt waarom de rechter die vergaande maatregel neemt.
Onderbouwen
Het College deed onderzoek naar de manier waarop rechters de beslissing over voorlopige hechtenis schriftelijk onderbouwen. Hiervoor werden meer dan 300 dossiers bij vier verschillende rechtbanken en twee gerechtshoven bekeken. De manier waarop een beslissing over voorlopige hechtenis schriftelijk wordt onderbouwd, verschilt per gerecht. Wat opviel was dat in het merendeel van de raadkamerbeslissingen over gevangenhouding – rechters beslissen hierin om een verdachte tot drie maanden vast te zetten – een goede onderbouwing ontbrak. Zo troffen onderzoekers van het College bij een van de onderzochte rechtbanken een kruisjesformulier aan waarop alleen de gronden voor voorlopige hechtenis genoemd staan. Op een ander formulier stonden standaardteksten waarop zinnen weggestreept moeten worden. Beide formulieren bieden geen ruimte om te motiveren waarom iemand vast moet zitten. Ook werken sommige rechtbanken met standaardtekstblokken die door middel van ‘en/of’-constructies eigenlijk op bijna iedere zaak van toepassing kunnen zijn. Bij twee van de onderzochte gerechten is de motivering wel op orde. Uit de dossiers bleek dat zij hun best doen om goed te onderbouwen waarom in een specifieke zaak juist die persoon tijdelijk moet worden vastgehouden.
Verregaande maatschappelijke gevolgen
Verdachten van een misdrijf kunnen in voorlopige hechtenis geplaatst worden nog vóórdat ze definitief veroordeeld zijn. De schuld van de verdachte staat dan nog niet vast. Of de voorlopige hechtenis nu terecht of onterecht is, de maatschappelijke gevolgen van een maandenlange vrijheidsbeneming zijn vaak groot voor de verdachte en zijn gezin. Het kan leiden tot verlies van werk of een uitkering en veroorzaakt soms zelfs problemen met huisvesting en school. Ook kan voorlopige hechtenis financiële problemen voor de verdachte en eventuele gezinsleden opleveren met alle gevolgen van dien. De impact is hoe dan ook vaak enorm en daarom moet een beslissing tot voorlopige hechtenis uiterst zorgvuldig en zeer kritisch overwogen worden en moeten de redenen voor hechtenis duidelijk zijn. Uit het rapport blijkt dat dit bij vier van de zes onderzochte rechtbanken en gerechtshoven in onvoldoende mate gebeurde.
Vrij tenzij of vast tenzij
Het recht op vrijheid (artikel 5 EVRM) houdt onder andere in dat een beslissing tot voorlopige hechtenis altijd gemotiveerd moet zijn. Daarbij geldt bovendien het principe dat een verdachte in beginsel zijn proces in vrijheid mag afwachten tenzij dat niet kan. In de Nederlandse praktijk lijkt men juist uit te gaan van het omgekeerde, namelijk ‘vast tenzij’. Wanneer de motivering wel wordt toegepast mag deze niet algemeen of abstract zijn, maar dient te verwijzen naar omstandigheden van het geval en de persoon van de verdachte. Ook moet de rechter altijd bekijken of het niet mogelijk is om een andere maatregel te nemen die minder ingrijpend is dan detentie. Denk bijvoorbeeld aan een enkelband, de verplichting om een behandeling te ondergaan of een contactverbod.
Verbetering
De rechtspraak zelf vindt een goede motivering ook belangrijk en noodzakelijk. In de Professionele standaarden strafrecht die de rechtspraak in 2016 heeft aangenomen, staat dit onderwerp expliciet benoemd. Alle gerechten geven daarmee aan dat ze hier de komende tijd mee aan de slag gaan en verbetering aan zullen brengen. Eerdergenoemde rechtbank die uitsluitend kruisjesformulieren gebruikte zonder ruimte voor toelichting, heeft deze formulieren al vervangen door beschikkingen die wel ruimte laten voor een motivering.