Verlaagde straffen voor Marengo-verdachten
Omdat pas na bijna zes jaar een einde kwam aan het Marengo-proces, kregen veel verdachten strafkorting, variërend van enkele maanden tot maximaal een jaar. Dit is een steeds vaker toegepaste praktijk vanwege de overschrijding van de ‘redelijke termijn’ van berechting.
Laura Peters, hoofddocent strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, legt tegenover de NOS uit dat dit verband houdt met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn wordt vastgelegd. Uit het jaarverslag van de Raad voor de rechtspraak over 2022 blijkt dat meer dan een derde van de strafzaken in eerste aanleg en een kwart van de zaken in hoger beroep buiten de ‘genormeerde doorlooptijd’ vielen, mede door de nasleep van de coronacrisis en een tekort aan rechters en officieren.
Bron van frustratie
Het toepassen van strafvermindering vanwege procesduur is een bron van frustratie bij justitie, rechters en politie, aldus Peters. Het Ministerie van Justitie heeft wel begrip voor de afwegingen van de rechtbank, met het belang van snelle duidelijkheid voor nabestaanden en verdachten. De capaciteitsproblemen binnen de Nederlandse rechtspraak zijn echter al langer bekend en minister Weerwind voor Rechtsbescherming heeft vorig jaar een staking van rechters en officieren ternauwernood weten te voorkomen.
Complexiteit
De toegenomen complexiteit van strafzaken draagt ook bij aan de problemen, zegt Peters. Er zijn steeds meer regels over diverse vormen van criminaliteit, waardoor de strafrechtspleging verstopt raakt. Innovatieve oplossingen zijn nodig om de procedures te versnellen. Een dergelijke oplossing is de ontwikkeling van procesafspraken, waarbij het Openbaar Ministerie en de advocaat in zaken met veel bewijs en weinig verzet van de verdachte voorafgaand aan de rechtbank een akkoord sluiten over de strafkorting. Deze praktijk, die sinds 2021 steeds meer wordt toegepast, versnelt het proces en biedt verdachten duidelijkheid. De Smet-Dierckx van het OM beschouwt dit als een positieve ontwikkeling.