Verzekeraars willen betere regels voor brandbaar isolatiemateriaal

Het Verbond van Verzekeraars maakt zich al jarenlang grote zorgen over het gebruik van brandbare isolatiematerialen bij het isoleren van gebouwen en pleit voor beter toezicht en betere regelgeving. De huidige regels gaan alleen over vluchtveiligheid, maar dat vinden de verzekeraars niet voldoende.
In een uitzending van Zembla werd donderdag opnieuw ingegaan op het gebruik van brandbare isolatiematerialen bij het isoleren van gebouwen. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is isolatie belangrijk, maar uit kostenoverweging en om aan de klimaatstandaarden te voldoen wordt nog steeds te vaak gekozen voor brandbare kunststof isolatiematerialen, zoals EPS. In Nederland zijn er de laatste jaren de nodige incidenten geweest met brandbaar isolatiemateriaal.
Naast huizen, bedrijven, ziekenhuizen en scholen, zijn ook verschillende branden in veestallen voorgekomen waarbij brandbaar isolatiemateriaal een grote rol speelde. Toegepaste constructiematerialen kunnen bijdragen aan preventie. Brandbare isolatiematerialen zorgen echter ervoor dat branden zich sneller uitbreiden dan gewenst. Het is daardoor moeilijker om te vluchten en om de gevolgen van een brand te beperken.
Verbeteringen noodzakelijk
Bij nieuwbouw en renovatie kunnen bovendien flinke verbeterslagen worden gemaakt. Verzekeraars vinden dat bij de bouw, daar waar mogelijk, alleen onbrandbare constructiematerialen moeten worden gebruikt. Dat moet dan in elk geval gelden voor de hoofddraagconstructie, de gevel, daken en wanden – inclusief isolatiemateriaal. Ook vinden zij dat het gebruik van schuimkunststof isolatiematerialen moet worden vermeden en wordt Eurobrandklasse A1, A2 en/of B geadviseerd. De door het Verbond opgestelde brochure ‘Brandgedrag van isolatiematerialen’ maakt inzichtelijk wat de verschillen tussen isolatiematerialen zijn en op welke plaatsen deze materialen gebruikt mogen worden.
Blusinstallaties
Verzekeraars zien ook een effectief middel in automatische blusinstallaties en compartimenteringen van (grotere) gebouwen met brandscheidingen die een brandwerendheid hebben van minimaal 60 tot 240 minuten, afhankelijk van de bestemming van het pand en de vuurbelasting. Extra aandacht – en technische specificaties en normen – zijn nodig voor zelfsluitende deuren, elektra, glas, verdiepingsvloeren en leiding- en kabelschachten.
In het Position Paper Duurzaam Veilig roepen het Verbond en Brandweer Nederland op tot het aanpassen van het Bouwbesluit, zodat brandveiligheid het uitgangspunt wordt en niet vluchtveiligheid.