Voetbalgeweld neemt af, maar politie blijft bezorgd
Er is de laatste jaren minder politie nodig tijdens voetbalwedstrijden in de eredivisie. Tien jaar geleden ging het nog om gemiddeld 460 manuren. Vorig seizoen was dat gedaald tot 350. De reden is dat er minder grootschalige incidenten plaatsvinden. Wel maakt de politie zich zorgen over ernstig geweld buiten het stadion.
In 1974, tijdens de UEFA Cub-finale tussen Feyenoord en Tottenham Hotspur, maakte Nederland voor het eerst kennis met ernstig voetbalgeweld. Er vielen 150 gewonden, waarvan er 50 naar het ziekenhuis moesten. Met deze wedstrijd was de toon gezet, want in de jaren daarna ontaarden vele wedstrijden in ernstige confrontaties tussen supporters onderling en supporters en de politie. Pas nadat de politie zich ging richten op de leiders van de relschoppers, werd het probleem weer enigszins beheersbaar. Er kwamen stadion- en gebiedsverboden en bij sommige wedstrijden moesten de supporters van de bezoekende club thuisblijven.
Vuurwerk
Toch is er nog geen reden om feest te vieren. Steeds vaker spreken supporters af om rond de wedstrijden buiten het stadion met elkaar op de vuist te gaan. In 1997 viel hierbij een dode. Ook maakt de politie zich grote zorgen over vuurwerk tijdens de wedstrijden. Het is bedoeld ter vergroting van de feestvreugde, maar wordt ook vaak als wapen gebruikt. Tijdens een wedstrijd tussen Ajax en Juventus op 10 april dit jaar raakten acht agenten gewond door vuurwerkrellen. Toch gebeurt het gelukkig steeds minder vaak dat het zo erg uit de hand loopt in de stadion, stelt korpschef Frank Paauw vast in het jaarverslag ‘Voetbal en Veiligheid’, dat hij vandaag presenteert. Steeds minder wedstrijden worden als risicovol beschouwd. Tijdens de ruim 800 wedstrijden van het afgelopen seizoen werden 65 vechtpartijen geregistreerd, evenals 67 vernielingen, 41 mishandelingen en 16 bedreigingen.
Relevant
Anders ligt dit bij wedstrijden in de Champions League en de Europa League. Deze vergen per wedstrijd gemiddeld maar liefst 3700 manuren van de politie. Dat komt vooral omdat de supporters vaak meerdere dagen aanwezig zijn in de stad waar de wedstrijd plaatsvindt. Volgens NRC vergden de zeventien Europese wedstrijden die vorig seizoen werden gespeeld in Nederlandse stadions, bijna evenveel politie als alle 380 wedstrijden in de eerste divisie.
Volgens Paauw is het voetbalgeweld minder geworden, maar nog altijd relevant. Zo kwamen het vorige seizoen 469 supporters in aanraking met de politie vanwege ‘voetbalgerelateerd’ geweld. 192 van hen kregen een straf opgelegd, meestal een taakstraf. Tien jaar geleden werden nog ruim twee keer zoveel supporters opgepakt.
Vorig jaar kregen 595 supporters een stadionverbod. Ook wordt soms een gebiedsverbod opgelegd om te voorkomen dat hooligans meereizen om buiten het stadion problemen te veroorzaken.