Voetbalgeweld veel erger dan voor coronacrisis

De afgelopen twee voetbalseizoenen heeft de KNVB voor bijna een miljoen euro aan boetes uitgedeeld aan clubs van wie de supporters zich hebben misdragen. 176 toeschouwers kregen een landelijk stadionverbod. Dit blijkt uit onderzoek door de NOS naar alle gepubliceerde tuchtzaken van de KNVB.
In de twee seizoenen voorafgaand aan de coronacrisis werden 29 sancties uitgedeeld aan clubs. In de twee seizoenen erna waren het er 167. Het gaat om supportersgeweld, zoals het afsteken van vuurwerk, het gooien van voorwerpen op het veld, het belagen van spelers en scheidsrechters, brandstichting, vernieling, spreekkoren, spandoeken, het bestormen van het veld en vechten met de politie.
Vooral problemen met vuurwerk zijn enorm toegenomen. 118 van de 167 sancties hebben daar betrekking op. Vijftig keer zijn voorwerpen of bier op het veld gegooid en twintig keer betraden toeschouwers het veld. 33 spelers, scheidsrechters en assistenten werden geraakt door voorwerpen die van de tribune werden gegooid. 23 keer werd de wedstrijd stilgelegd. Vooral thuispubliek misdraagt zich. Dat is verantwoordelijk voor twee derde van alle incidenten.
Vooral kleinere clubs
Bijzonder is dat vooral kleinere clubs worden gestraft. PEC Zwolle spant de kroon met 15 sancties, gevolgd door De Graafschap en MVV met ieder 11 incidenten. PSV is de enige grote club in de top-10. De Eindhovenaren staan wel aan top voor wat betreft het totale boetebedrag. Bij PEC Zwolle gaat het vooral om het gooien van voorwerpen naar spelers. Daarbij vielen verschillende gewonden. Almere City FC, AZ, SC Cambuur, FC Dordrecht, Excelsior, Go Ahead Eagles en Sparta zijn de enige clubs die geen boete hebben gekregen in de afgelopen twee seizoenen. Internationaal gezien staat Feyenoord aan kop voor wat betreft supportersgeweld. De Rotterdammers zijn achttien keer bestraft en moesten in totaal 800.625 euro aan boetes overmaken naar de KNVB. Voor corona ging het om vijf sancties en ‘slechts’ 32.500 euro aan boetes.
Vergunningsplicht
Voor veel burgemeesters is de maat inmiddels vol. Steeds meer clubs moeten een vergunning aanvragen voordat een wedstrijd met publiek gespeeld mag worden. Daarvoor moet in een veiligheidsplan worden beschreven hoe men wanordelijkheden wil voorkomen. Van de 31 gemeenten met een voetbalclub in de eredivisie, hebben er 21 een vergunningsplicht ingevoerd. Almere, Breda en Leeuwarden zijn van plan dit te gaan doen. Gemeenten die al vergunningsplicht hadden, gaan de voorwaarden aanscherpen. Zo zullen clubs veel strenger moeten optreden tegen vuurwerkincidenten.Het advies om wedstrijden in het betaald voetbal alleen toe te staan als voldaan is aan vergunningsvoorwaarden, komt uit het handelingskader voor het aanpakken van ongeregeldheden rondom het betaald voetbal. Dat is begin dit jaar door de burgemeesters zelf opgesteld. Clubs die niet voldoen, kunnen hun vergunning verliezen, zodat het niet langer mogelijk wordt om wedstrijden te organiseren. Amsterdam, Deventer, Maastricht, Sittart-Geleen en Tilburg zien voorlopig af van de vergunningsplicht. Zij vertrouwen op hun Algemene Plaatselijke Verordening.