Maandag meldde de Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB) dat leden van de ‘concurrerende’ brancheorganisatie VVNL waarschijnlijk geen dispensatie meer krijgen voor het gebruik van de cao Particuliere Beveiliging. De VVNL vindt dit een voorbarige conclusie omdat de kwestie nog wacht op een oordeel van de Raad van State.

Vorige maand bepaalde de Raad van State dat het geschil over de ontheffing (dispensatie) van de algemeen verbindendverklaring cao Particuliere Beveiliging en het toepassen van de cao Veiligheidsdomein inhoudelijk wordt behandeld op 6 juni. Het gaat hierbij over het toepassen van de cao Veiligheidsdomein in de periode 2019-2021 en 2021-2023. Voor VVNL-bedrijven die al dispensatie hebben, betekent dit dat de eigen cao Veiligheidsdomein voorlopig van kracht blijft.

Sterkere rol VVNL
Veel wordt duidelijk na de uitspraak die volgt op deze bodemprocedure bij de Raad van State. Toch loopt de Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB) vooruit op de rechterlijke uitspraak met onjuiste aannames en berichten als ‘Cao-dispensatie verdwijnt vrijwel zeker’. Onnodig onrust veroorzaken bij VVNL-leden lijkt hierbij het doel. Leon Vincken, directeur VVNL: “De Nederlandse Veiligheidsbranche publiceert aannames waar niemand bij gebaat is. Wellicht omdat ze zien dat steeds meer bedrijven zich aansluiten bij VVNL? Omdat ze zien dat VVNL als belangenbehartiger van een groeiende groep ondernemers in het veiligheidsdomein een sterkere rol krijgt en er steeds meer aandacht is voor breed sectorale veiligheidsbedrijven in de regio? Wij gaan in elk geval niet op de stoel van de rechter zitten en wachten de bodemzitting met vertrouwen af.”

Cao Veiligheidsdomein: ‘beste deal’
De cao Veiligheidsdomein zal volgens Vincken niet verdwijnen. “Het blijft de cao met de beste deal voor werknemers. Dat is ook bij herhaling aangetoond in de rechtbank en nooit bestreden door de Nederlandse Veiligheidsbranche. Dit pakt echter slecht uit voor grote bedrijven die alleen reguliere beveiliging doen, zoals een paar leden van de NVB. Bovendien moeten ze daar dit jaar nog een extra loonsprong van 6% inhalen; loon dat door vakbonden en de NVB werd uitgesteld, maar waar werknemers eigenlijk al recht op hadden in 2023. Werknemers die met terugwerkende kracht een beroep doen op deze 6% zullen bij de jurist van hun vakbond of rechtsbijstand zeker gehoor vinden.”