Nadat het aantal plofkraken jaren achtereen daalde, is er dit jaar weer sprake van een flinke stijging. Zorgelijk daarbij is dat steeds krachtigere explosieven worden gebruikt, zoals deze week in Venlo, waarbij grote schade werd aangericht. Er zijn dit jaar al 35 plofkraken geweest, terwijl het er in heel 2018 nog 43 waren.

Door betere beveiliging van de geldautomaten daalde het aantal plofkraken de laatste jaren aanzienlijk. Onder andere doordat de criminelen hun werkterrein naar Duitsland verplaatsten. In 2012 werden 127 geldautomaten opgeblazen. In 2013 waren het er 129, maar in 2014 nog ‘maar’ 44. In 2015 steeg het aantal weer tot 56 en in 2016 vonden er 79 plofkraken plaats. In 2017 daalde het aantal weer naar 65 en in 2018 naar 43. De vreugde was helaas van korte duur, want het aantal plofkraken neemt niet alleen toe, maar er wordt ook steeds meer schade veroorzaakt. De meeste geldautomaten onder woningen zijn daarom recent verwijderd.

Kat-en-muis-spel
Ook in Venlo had de plofkraak een enorme ravage tot gevolg. Tachtig woningen en een hotel moesten worden ontruimd in bij diverse gebouwen in de omgeving werd de beglazing vernield. Het is niet bekend gemaakt of de criminelen de inhoud van de geldautomaat konden buitmaken.
De banken halen intussen op steeds meer plaatsen de geldautomaten weg. Ook worden steeds weer nieuwe beveiligingstechnieken toegepast. Het blijft echter een kat-en-muis-spel. Justitie heeft inmiddels de straffen voor het plegen van plofkraken verhoogd. Het minimum is 2 jaar cel. Als omwonenden in gevaar worden gebracht, wordt de straf verdubbeld. In juni werden drie criminelen uit Utrecht veroordeeld. De hoofdverdachte kreeg tien jaar cel. Twee kornuiten moeten respectievelijk 6 jaar en 30 maanden achter de tralies. De bende had meerdere plofkraken gepleegd, die niet één keer buit opleverden. Gezien de stijging van het aantal plofkraken lijken de extra straffen helaas weinig resultaat op te leveren.