Lichte daling in cijfers over politiegeweld
De cijfers over geweld dat de politie in haar werk moet toepassen, laten over 2017 een lichte daling zien. In totaal werd er vorig jaar 12.394 keer geweld gebruikt bij politieoptredens. In 2016 was dit nog 14.672 keer. Dit meldt politie.nl.
Vooral in de eenheid Den Haag is een opvallende daling te zien in het aantal keren dat geweld is gebruikt. De politie is echter nog voorzichtig met het trekken van conclusies over de cijfers, maar gaat wel monitoren of deze daling een trend betreft.
“Binnen de eenheden van de politie wordt gebruik van geweld nog op verschillende manieren geregistreerd. Daar komt in 2019 verandering in, maar op dit moment is het nog lastig om landelijk geldende conclusies te trekken”, zegt Peije de Meij, portefeuillehouder Geweld. Onder geweld worden alle vormen van geweld verstaan die de politie moet gebruiken als de situatie daar om vraagt, zoals het gebruik van de wapenstok, pepperspray, het vuurwapen of fysiek geweld.
De Meij geeft aan dat politiemensen alleen geweld gebruiken als het echt niet anders kan. “Politiemensen gebruiken geweld zo beperkt mogelijk en werken bij voorkeur de-escalerend. Het belangrijkste wapen van de agent is nog altijd de mond. Maar soms moeten politiemensen wel, bijvoorbeeld om een gewelddadige arrestant te kunnen boeien of om andere burgers te beschermen. Als je bedenkt dat de politie jaarlijks vele tientallen duizenden ‘burgercontacten’ heeft, blijft geweldgebruik incidenteel. En komt het dus relatief weinig voor in het dagelijkse werk van een agent.”
Het project Stelselherziening Geweldsaanwending moet leiden tot een eenduidige registratie en verantwoording van gebruikt geweld voor het hele land. Dit project richt zich primair op het aanpassen van het Wetboek van Strafrecht en de zogenoemde Ambtsinstructie. Het korps streeft ernaar om begin 2019 de nieuwe regelgeving en werkwijze toe te passen. Dit maakt het onder meer mogelijk om cijfers van de verschillende eenheden met elkaar te vergelijken, waardoor het korps trends eerder kan waarnemen.
Tot en met 2018 publiceert de politie deze analyse nog op de gebruikelijke wijze: de aantallen geweldsaanwendingen gerubriceerd per eenheid. Bij de totstandkoming van de totaalcijfers spelen meerdere vormen van geweldsregistratie een rol. De cijfers zijn daardoor op eenheidsniveau betrouwbaar, maar bieden onvoldoende aanknopingspunten voor landelijk geldende conclusies. In de eerste grafiek hieronder staat het totaal aantal geweldsrapportages per jaar in de periode 2014 tot en met 2017. In de volgende grafiek zijn deze cijfers uitgesplitst per eenheid.
Wat opvalt, is de daling van het aantal geweldstoepassingen van bijna 20 procent in de eenheid Den Haag. Die daling is significant groter dan het landelijk gemiddelde.
Veel aandacht
Er is in de eenheid Den Haag veel aandacht voor dit onderwerp. Zo is er meer energie gestoken in het verbeteren van de verbinding met de inwoners. De contacten met de lokale netwerken zijn geïntensiveerd waardoor er beter de-escalerend kan worden opgetreden. Leidinggevenden zijn alert op het onderwerp en blijven voortdurend in gesprek met medewerkers over het professioneel toepassen van geweld. Daarbij is er oog voor alle verschillende facetten behorend bij geweldstoepassing: van het trainen en toetsen van de medewerkers tot het evalueren en leren van eerdere geweldsinzetten en het registreren van geweld.
Feitelijke oorzaken
Zowel het daadwerkelijk minder toepassen van geweld als een terughoudender optreden van agenten kan hebben bijgedragen aan de daling. Er is echter nog geen onderzoek gedaan naar de feitelijke oorzaken. De eenheid Den Haag houdt daarom rekening met meerdere scenario’s die een daling kunnen verklaren en monitort of de daling incidenteel is of een trend betreft.
In groepsverband toegepast geweld – zoals tijdens ME-optredens – wordt binnen de eenheid Amsterdam door iedere politiemedewerker afzonderlijk geteld en verantwoord. Andere eenheden doen dat per incident soms individueel en soms collectief. Dat verklaart waarom de eenheid Amsterdam ten opzichte van andere eenheden een hoger aantal geweldsregistraties kent.
Ook de extra aandacht die de eenheid sinds 2015 besteedt aan het zo compleet mogelijk vastleggen van informatie en het hanteren van een eigen registratiesysteem vormt hiervoor een verklaring. Ten opzichte van de cijfers van de voorgaande drie jaren is ook binnen de eenheid Amsterdam – in lijn met de landelijke trend – een daling van het aantal geweldstoepassingen te zien.
In het kader van de Stelselherziening Geweldsaanwending Politie krijgt het leren van noodzakelijk geweld prominent de aandacht. Om die reden streeft de politie bij het vaststellen van de jaarcijfers nadrukkelijk naar meer dan alleen het opleveren van spreadsheets en tabellen. Het korps wil concreet aan de slag met de praktijkverhalen achter de cijfers.
Denk aan de relatie tussen geweld door en tegen de politie en de maatschappelijke verruwing waar agenten mee te maken hebben. Zo kan het korps aan de ene kant eerder inspelen op bewegingen in de samenleving. Aan de andere kant helpt het de politie om effectiever om te gaan met haar verantwoordelijkheden als goed werkgever. Bijvoorbeeld door de weerbaarheid te vergroten en de uitrusting van politieagenten te verbeteren met onder meer de introductie van de uitschuifbare wapenstok.
Stroomstootwapen
Daarnaast is het afgelopen jaar een pilot uitgevoerd met het stroomstootwapen. De politie test het stroomstootwapen omdat ze op zoek is naar een geweldsmiddel dat het gat kan dichten tussen wapenstok en pepperspray enerzijds en het vuurwapen anderzijds. Nu de pilot per 1 februari 2018 is afgelopen, wordt de eindevaluatie opgemaakt door de Politieacademie. Naar verwachting is deze voor de zomer klaar en wordt die met een advies aangeboden aan de minister van Justitie en Veiligheid.