D66 stelt Kamervragen over Regionale Toezicht Ruimte

De publiciteit die de Regionale Toezicht Ruimte recent kreeg, heeft ondanks het zomerreces geleid tot Kamervragen. Monica den Boer en Kees Verhoeven van D66 vragen minister Grapperhaus van J&V of hij het wenselijk vindt dat een particuliere stichting bewakingsbeelden van onder andere gemeenten en agenten beoordeelt.

Een van de vragen is of de minister weet dat de politie een particuliere stichting inzet om alle denkbare bewakingsbeelden van bijvoorbeeld gemeenten, NS-stations en bodycams van agenten aan elkaar te koppelen? De Kamerleden willen weten hoe de minister deze aanpak beoordeelt en welke risico’s hij ziet door de inzet van deze werkwijze. Ook vragen Den Boer en Verhoeven zich af of de minister het verantwoord vindt dat de beoordeling van dergelijke gevoelige materie door een particuliere stichting gebeurt.

Onwenselijk
De Kamerleden vinden het onwenselijk dat de beelden door burgers zonder opsporingsbevoegdheid worden beoordeeld en dat zo bijvoorbeeld de kans op etnisch profileren, discrimineren en het schenden van de privacy wordt vergroot. Zij willen weten wat Grapperhaus gaat doen om dit te voorkomen en of hij bereid is de Nationale Politie hierop aan te spreken. Ook willen zij van de minister horen in hoeverre deze praktijk in lijn is met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Verder willen Den Boer en Verhoeven weten wat er met de beelden gebeurt nadat de particuliere stichting Regionaal Toezicht Ruimte (RTR) ze heeft overgedragen aan de politie of de veiligheidsregio, hoe het digitale systeem dat door RTR is ontwikkeld eruit ziet en hoe de aan elkaar gekoppelde beelden worden beschermd. Andere vragen hebben betrekking op de gebruikte apparatuur en software, de leveranciers daarvan, of die via een aanbestedingstraject hebben geleverd, of de Tweede Kamer daarover geïnformeerd kan worden en of de aanbesteding getoetst is door het Bureau ICT-toetsing (BIT).

Vaardigheden
De Kamerleden vragen zich ook af of de medewerkers van de RTR gescreend worden en hoe, wat de korte cursus om verdachte situaties vooraf te herkennen inhoudt en of het beoordelingstraject geaccrediteerd is en door wie. Den Boer en Verhoeven wijzen erop dat een dergelijke beoordeling uiterst complex en serieus is en dat ‘onervaren’ burgers niet met een korte cursus dezelfde vaardigheden kunnen opdoen als agenten die daar jarenlang op getraind zijn. Of de minister de Nationale Politie daarop wil aanspreken. Tot slot is men benieuwd naar de ervaringen tijdens de inzet voor de Vierdaagse-feesten in Nijmegen, of deze geëvalueerd zijn en of voldaan is aan de eisen van de AVG. De Kamerleden vinden dat bij verdere implementatie van de werkwijze de aanpak in lijn moet zijn met de AVG en dat de operators adequaat worden opgeleid.

Bijzonder
Het mag bijzonder worden genoemd dat beide Kamerleden zo vooringenomen zijn over privaat cameratoezicht. Alsof burgers per definitie minder competent zijn dan ambtenaren. Het is natuurlijk absurd om te denken dat de politie, gemeenten en NS gebruik zouden maken van de RTR als er geen enkele vorm van kwaliteitsborging zou zijn en de operators zich schuldig zouden maken aan zaken als etnisch profileren en discriminatie. Bovendien gaan de Kamerleden voorbij aan het feit dat de beelden ook door politiemedewerkers worden beoordeeld. Het kan nooit kwaad als Kamerleden kritisch tegenover bepaalde ontwikkelingen staan, maar dan kunnen zij zich wellicht beter richten op organisaties die niet goed of niet efficiënt presteren. De RTR werkt naar grote tevredenheid en is een goed voorbeeld van publiek private samenwerking. Wel dient ervoor gewaakt te worden dat geen valse concurrentie wordt bedreven, door opdrachtgevers te bedienen die feitelijk op een gecertificeerde particuliere alarmcentrale of toezichtcentrale zijn aangewezen, maar typisch genoeg hebben Den Boer en Verhoeven daar geen vragen over gesteld. In een volgend artikel doen wij verslag van de antwoorden van de minister.

Deel dit artikel via: