Veel verdachten ten onrechte door hond als dader aangewezen

Volgens de Volkskrant zijn tussen 1985 en 2006 vele honderden verdachten ten onrechte als dader aangewezen, doordat de politie sjoemelde met geurhondenproeven. De krant baseert zich op een rapport van het WODC in het dossier van de Deventer-moordzaak.

Dat de politie sjoemelde met geurhondproeven was al bekend, maar niet dat het om honderden zaken gaat. Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) stelde al in 1998 vast dat sommige honden uitzonderlijk vaak een verdachte als dader wisten aan te wijzen. Dat onderzoek verdween echter in de doofpot. Pas nadat twee politiemensen uit Oost-Nederland in 2006 vertelden dat geurproeven niet correct werden uitgevoerd, verklaarde het Openbaar Ministerie alle 2685 geurproeven die hun team tot 1997 had uitgevoerd met terugwerkende kracht ongeldig. Deze kwestie leidde tot ongeveer honderd herzieningsverzoeken van veroordeelden. Het is niet bekend hoeveel personen vervolgens werden vrijgesproken, maar het OM stopte uiteindelijk in 2011 wel met het gebruik van geurproeven in strafzaken. Volgens strafrechtexperts accepteerde de Hoge Raad in het verleden procedurele schendingen, waardoor politiemensen het kennelijk acceptabel gingen vinden om structureel de resultaten van de geurproeven te beïnvloeden.

Deel dit artikel via: